Contextopgaven versus getalsopgaven in het speciaal onderwijs. In hoeverre presteren ESM-leerlingen in cluster 2 en leerlingen in cluster 4 beter of minder goed op contextopgaven dan op getalsopgaven, dan gegeven hun algemene rekenvaardigheid mag worden verwacht?
Summary
Vanuit het speciaal onderwijs (SO) bereiken het Cito regelmatig geluiden dat de autistische leerlingen
op deze scholen moeite hebben met de contextgebonden opgaven in rekenmethodes en in de toetsen
van het Cito. Uit de theorie omtrent autistische kinderen en rekenonderwijs, blijkt dat zij moeite
hebben met symbolisch en abstract taakgebruik. Daarnaast hebben zij voorstellingsproblemen, zo
kunnen zij moeilijk onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid en hebben zij er moeite mee
rekenkennis in verschillende contexten toe te passen. Het doel van dit onderzoek is te achterhalen of
leerlingen met Ernstige SpraaktaalMoeilijkheden (ESM) in cluster 2 en leerlingen in cluster 4 van het
speciaal onderwijs significant minder goed presteren op contextopgaven dan op getalsopgaven. Er is
een toets met twee categorieën opgaven, contextopgaven en getalsopgaven, bij 333 leerlingen
afgenomen. De toetsresultaten zijn geanalyseerd met behulp van een categorieënanalyse. Gebleken is
dat meer leerlingen dan op statistische grond mag worden verwacht, een opvallend profiel hebben
vertoond. Opmerkelijk is echter dat 22 van de 34 leerlingen met een opvallend profiel minder goed
hebben gescoord op de categorie getalsopgaven dan gegeven hun totaalscore kon worden verwacht.
Dit kan mogelijk worden verklaard door de concentratie- en motivatieproblemen van de leerlingen.