View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        Connectiefgebruik bij simultaan tweetalige kinderen in gesprekken

        Thumbnail
        View/Open
        Masterscriptie Definitieve versie.pdf (1.052Mb)
        Voorblad Masterscriptie Definitieve versie.pdf (237.8Kb)
        Publication date
        2011
        Author
        Natoewal, A.S.R.
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        Coherentie of samenhang is een belangrijk aspect van taalverwerving. Een kind moet niet alleen de grammatica en woordenschat van een taal leren om te kunnen communiceren, maar ook moet hij leren om samenhang aan te brengen in een gesprek. Een manier om samenhang te creëren is door het aanbrengen van relaties tussen tekstdelen ofwel relationele coherentie. Relationele coherentie kan expliciet worden uitgedrukt door middel van connectieven, zoals en, maar, want en omdat. Er is veel onderzoek verricht naar het connectiefgebruik in spontane spraak bij eentalige kinderen (Diessel, 2004; Evers-Vermeul, 2005; Evers-Vermeul & Sanders, 2009), maar er zijn geen onderzoeken over het connectiefgebruik bij simultaan tweetalige kinderen te vinden. Daarom is in een longitudinaal onderzoek gekeken naar het connectiefgebruik in de spontane spraak van een simultaan tweetalig kind (Russisch-Nederlands) en het connectiefgebruik van twee eentalige kinderen (Nederlands) in de leeftijd van 4;02 jaar tot 5;07 jaar. Dit onderzoek heeft aangetoond dat het connectiefgebruik van een simultaan tweetalig kind anders is dan dat van een eentalig kind, maar in beperkte mate. Uit de resultaten blijkt dat een simultaan tweetalig kind geen achterstand vertoont in het connectiefgebruik in vergelijking met een eentalig kind. De taalontwikkeling bij een simultaan tweetalig kind verloopt dus in het algemeen parallel aan dat van een eentalig kind. Zowel additieve connectieven als causale connectieven werden veel gebruikt door de simultaan tweetalige en eentalige kinderen. Ook gebruikten de twee soorten taalverwervers vaker discourse markers en connectieven in een coördinerende constructie. Dat er geen sprake is van een achterstand in het connectiefgebruik bij een simultaan tweetalig kind ten opzichte van een eentalig kind, blijkt uit het feit dat additieve connectieven en discourse markers minder werden gebruikt door het simultaan tweetalige kind dan door de eentalige kinderen. Dit zijn respectievelijk semantisch de minst complexe categorie connectieven en de minst complexe syntactische constructie waarin een connectief wordt gebruikt. Verder gebruikte het simultaan tweetalige kind meer connectieven in een coördinerende constructie, een complexere syntactische constructie, dan de eentalige kinderen. Tot slot toonden de resultaten dat het connectiefgebruik in de periode van 4;02 jaar tot 5;07 jaar redelijk stabiel blijft bij de simultaan tweetalige en eentalige kinderen. Hoewel complexere connectieven en complexere syntactische constructies bijkomen in hun connectiefgebruik in de periode van 4;02 tot 5;07 jaar, vinden er geen grote veranderingen plaats in het gebruik van de reeds aanwezige connectieven in deze periode.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/7494
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo