Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorTribushinina, E.
dc.contributor.advisorEvers-Vermeul, J.
dc.contributor.authorNatoewal, A.S.R.
dc.date.accessioned2011-07-20T17:04:20Z
dc.date.available2011-07-20
dc.date.available2011-07-20T17:04:20Z
dc.date.issued2011
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/7494
dc.description.abstractCoherentie of samenhang is een belangrijk aspect van taalverwerving. Een kind moet niet alleen de grammatica en woordenschat van een taal leren om te kunnen communiceren, maar ook moet hij leren om samenhang aan te brengen in een gesprek. Een manier om samenhang te creëren is door het aanbrengen van relaties tussen tekstdelen ofwel relationele coherentie. Relationele coherentie kan expliciet worden uitgedrukt door middel van connectieven, zoals en, maar, want en omdat. Er is veel onderzoek verricht naar het connectiefgebruik in spontane spraak bij eentalige kinderen (Diessel, 2004; Evers-Vermeul, 2005; Evers-Vermeul & Sanders, 2009), maar er zijn geen onderzoeken over het connectiefgebruik bij simultaan tweetalige kinderen te vinden. Daarom is in een longitudinaal onderzoek gekeken naar het connectiefgebruik in de spontane spraak van een simultaan tweetalig kind (Russisch-Nederlands) en het connectiefgebruik van twee eentalige kinderen (Nederlands) in de leeftijd van 4;02 jaar tot 5;07 jaar. Dit onderzoek heeft aangetoond dat het connectiefgebruik van een simultaan tweetalig kind anders is dan dat van een eentalig kind, maar in beperkte mate. Uit de resultaten blijkt dat een simultaan tweetalig kind geen achterstand vertoont in het connectiefgebruik in vergelijking met een eentalig kind. De taalontwikkeling bij een simultaan tweetalig kind verloopt dus in het algemeen parallel aan dat van een eentalig kind. Zowel additieve connectieven als causale connectieven werden veel gebruikt door de simultaan tweetalige en eentalige kinderen. Ook gebruikten de twee soorten taalverwervers vaker discourse markers en connectieven in een coördinerende constructie. Dat er geen sprake is van een achterstand in het connectiefgebruik bij een simultaan tweetalig kind ten opzichte van een eentalig kind, blijkt uit het feit dat additieve connectieven en discourse markers minder werden gebruikt door het simultaan tweetalige kind dan door de eentalige kinderen. Dit zijn respectievelijk semantisch de minst complexe categorie connectieven en de minst complexe syntactische constructie waarin een connectief wordt gebruikt. Verder gebruikte het simultaan tweetalige kind meer connectieven in een coördinerende constructie, een complexere syntactische constructie, dan de eentalige kinderen. Tot slot toonden de resultaten dat het connectiefgebruik in de periode van 4;02 jaar tot 5;07 jaar redelijk stabiel blijft bij de simultaan tweetalige en eentalige kinderen. Hoewel complexere connectieven en complexere syntactische constructies bijkomen in hun connectiefgebruik in de periode van 4;02 tot 5;07 jaar, vinden er geen grote veranderingen plaats in het gebruik van de reeds aanwezige connectieven in deze periode.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1103643 bytes
dc.format.extent243552 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleConnectiefgebruik bij simultaan tweetalige kinderen in gesprekken
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsconnectieven, simultaan tweetalig, kinderen, eentalig, gesprekken
dc.subject.courseuuCommunicatiestudies


Files in this item

Thumbnail
Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record