View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        Een longitudinaal onderzoek naar de wederzijdse associatie tussen self-concept clarity (SCC) en positieve romantische relaties bij jongvolwassenen

        Thumbnail
        View/Open
        Master’s thesis-Drijvers-0719196-2021-2022 (2).pdf (488.0Kb)
        Publication date
        2022
        Author
        Drijvers, Leile
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        Achtergrond: Het ontwikkelen van Self Concept Clarity (SCC) en het aangaan van positieve romantische relaties zijn belangrijke ontwikkelingstaken tijdens de jongvolwassenheid (Erikson, 1968; Soller, 2014). Een hoge mate van SCC en relatiekwaliteit wordt namelijk geassocieerd met positieve aanpassing en minder internaliserende en externaliserende problemen tijdens de jongvolwassenheid (Collibee & Furman, 2015; Kansky & Allen, 2018; Schwartz et al., 2012; Simon & Barett, 2010). Theorie (Erikson, 1968) en empirie (Lewandowski et al., 2010; Pittman et al., 2011) verwachten wederzijdse associaties tussen SCC en romantische relaties. Cross-sectionele onderzoeken hebben zich vooral gericht op adolescenten of volwassenen, waardoor de doelgroep jongvolwassenen onderbelicht wordt. Meer longitudinaal onderzoek over de richting van associatie is dus belangrijk om mogelijke problemen tijdens het ontwikkelen van SCC en positieve romantische relaties tijdens de jongvolwassenheid te begrijpen, voorkomen of te beperken. Doel: Uitvoeren van longitudinaal onderzoek naar de wederzijdse associatie tussen SCC en positieve romantische relaties bij jongvolwassenen, onderverdeeld in passie en intimiteit. Methode: Er wordt gebruik gemaakt van data van het longitudinaal onderzoeksproject RADAR Young. In de huidige studie hebben N = 366 jongvolwassenen zelfrapportages ingevuld in W9 en W10 (54.5% jongens, M leeftijd W 9 = 23.80, SD = 0,48, range 22 tot 26 jaar). Beide richtingen zijn onderzocht met behulp van vier lineaire regressieanalyses. Resultaten: SCC in W9 blijkt geen unieke voorspeller te zijn voor positieve romantische relaties tijdens de jongvolwassenheid in W10. Andersom, is een positieve romantische relatie in W9 geen unieke voorspeller voor SCC in W10 bij jongvolwassenen. Wel bleken de regressiemodellen een significante variantie te verklaren en waren de covariaten significante voorspellers. Conclusie: Uit de resultaten van dit onderzoek wordt geen bi-directionele longitudinale wederzijdse relatie gevonden tussen een helder SCC en romantische relaties bij jongvolwassenen in W9 en W10.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/42440
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo