Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorBecht, Andrik
dc.contributor.authorDrijvers, Leile
dc.date.accessioned2022-09-09T01:01:20Z
dc.date.available2022-09-09T01:01:20Z
dc.date.issued2022
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/42440
dc.description.abstractAchtergrond: Het ontwikkelen van Self Concept Clarity (SCC) en het aangaan van positieve romantische relaties zijn belangrijke ontwikkelingstaken tijdens de jongvolwassenheid (Erikson, 1968; Soller, 2014). Een hoge mate van SCC en relatiekwaliteit wordt namelijk geassocieerd met positieve aanpassing en minder internaliserende en externaliserende problemen tijdens de jongvolwassenheid (Collibee & Furman, 2015; Kansky & Allen, 2018; Schwartz et al., 2012; Simon & Barett, 2010). Theorie (Erikson, 1968) en empirie (Lewandowski et al., 2010; Pittman et al., 2011) verwachten wederzijdse associaties tussen SCC en romantische relaties. Cross-sectionele onderzoeken hebben zich vooral gericht op adolescenten of volwassenen, waardoor de doelgroep jongvolwassenen onderbelicht wordt. Meer longitudinaal onderzoek over de richting van associatie is dus belangrijk om mogelijke problemen tijdens het ontwikkelen van SCC en positieve romantische relaties tijdens de jongvolwassenheid te begrijpen, voorkomen of te beperken. Doel: Uitvoeren van longitudinaal onderzoek naar de wederzijdse associatie tussen SCC en positieve romantische relaties bij jongvolwassenen, onderverdeeld in passie en intimiteit. Methode: Er wordt gebruik gemaakt van data van het longitudinaal onderzoeksproject RADAR Young. In de huidige studie hebben N = 366 jongvolwassenen zelfrapportages ingevuld in W9 en W10 (54.5% jongens, M leeftijd W 9 = 23.80, SD = 0,48, range 22 tot 26 jaar). Beide richtingen zijn onderzocht met behulp van vier lineaire regressieanalyses. Resultaten: SCC in W9 blijkt geen unieke voorspeller te zijn voor positieve romantische relaties tijdens de jongvolwassenheid in W10. Andersom, is een positieve romantische relatie in W9 geen unieke voorspeller voor SCC in W10 bij jongvolwassenen. Wel bleken de regressiemodellen een significante variantie te verklaren en waren de covariaten significante voorspellers. Conclusie: Uit de resultaten van dit onderzoek wordt geen bi-directionele longitudinale wederzijdse relatie gevonden tussen een helder SCC en romantische relaties bij jongvolwassenen in W9 en W10.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isoEN
dc.subjectDe huidige studie onderzoekt hoe SCC, passie en intimiteit in romantische relaties bij jongvolwassenen elkaar kunnen voorspellen door de jaren heen. Op basis van zowel theorie als empirie wordt verwacht dat er een bi-directionele en longitudinale associatie bestaat tussen SCC, passie en intimiteit in romantische relaties van jongvolwassenen.
dc.titleEen longitudinaal onderzoek naar de wederzijdse associatie tussen self-concept clarity (SCC) en positieve romantische relaties bij jongvolwassenen
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.courseuuClinical Child, Family and Education Studies
dc.thesis.id8477


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record