FILM ALS FILOSOFISCH MEDIUM Hoe Ex Machina (2015) zich plaatst binnen het filosofische debat rondom Kunstmatige Intelligentie
Summary
In dit eindwerkstuk wordt er onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van film om toe
te treden tot de filosofie en in welke mate film door middel hiervan het algoritmisch
imaginair beïnvloedt. Allereerst is het debat rondom filmfilosofie onderzocht en
beschreven. Dit debat begint bij de filmfilosofie van Gilles Deleuze en vindt een
voorlopige consensus in het werk van Thomas Elsaesser. Elsaesser stelt dat film als
gedachtenexperiment kan werken en geeft hier politiekfilosofische voorbeelden bij.
Om verder te bouwen op het werk van Elsaesser en meer licht te schijnen op filosofie
buiten het politieke spectrum is er gebruik gemaakt van de film Ex Machina (2015).
In Ex Machina worden er concepten rondom kunstmatige intelligentie
geïntroduceerd. De concepten die Ex Machina presenteert zijn filosofisch van aard en
vertonen een nauwe band met het algoritmisch imaginair. Het algoritmisch imaginair
verwijst naar de bulk aan gevoelens, gedachtes, ervaringen en voornamelijk
verbeeldingen met betrekking tot algoritmes. In het onderzoek wordt er aan de hand
van de casus getracht de filmfilosofie met het algoritmisch imaginair te verbinden.
Indien Ex Machina op een juiste manier filosofie bedrijft, zou het door middel van
deze filosofische rol ook een bepaalde invloed kunnen hebben op het algoritmisch
imaginair. Om deze vragen te beantwoorden is er een filmanalyse gedaan om de
concepten en motieven in Ex Machina die in relatie staan met het algoritmisch
imaginair vast te stellen. Daarnaast is er ook een frameanalyse gedaan met betrekking
tot gebruikersrecensies via IMDB.com. In deze frameanalyse is er gefocust op
reacties van kijkers die een verband vertoonden met de aangedragen concepten uit Ex
Machina.