Inclusieve kinderopvang 0-4 in Utrecht: kwalitatief onderzoek naar de visie van professionals.

Abstract

Doel: Kinderen met een extra zorgbehoefte (KEZ) kunnen moeilijk een gepaste plek in de kinderopvang vinden omdat zij extra ondersteuning vragen die een regulier kinderdagverblijf niet altijd kan bieden. Daarom is de gemeente Utrecht gestart met het bieden van ‘plusgroepen’ waar KEZ in de reguliere kinderopvang extra aandacht krijgen. Het doel van dit kwalitatieve onderzoek is om inzicht te krijgen in de visie van professionals in de kinderopvang ten opzichte van inclusieve kinderopvang. Aan de hand van het ASE-model wordt de intentie van professionals ten opzichte van inclusieve kinderopvang geanalyseerd. Daarnaast worden de barrières en kansen onderzocht. Methode: Tien professionals uit het regulier kinderdagverblijf, voorschoolse educatie en medisch kinderdagverblijf zijn geïnterviewd door middel van semigestructureerd interviews waarin is ingegaan op hun visie. Resultaten: de attitude en eigen-effectiviteit zijn bij de professionals positief, maar sociale invloed is negatief. De belangrijkste barrières zijn gebrek aan kennis over zorgvragen, groepsgrootte en gebrek aan tijd om plannen op te stellen voor KEZ. Professionals zien kansen in een laagdrempelige interprofessionele samenwerking tussen kinderopvang en specialistische zorg waar vaste contactpersonen, structuur in overleggen centraal staan en iedereen vanuit dezelfde visie werkt. Professionals vullen de kansen aan met grotere ruimtes en kleinere groepen. Conclusie: De professionals lijken een positieve intentie ten opzichte van inclusieve kinderopvang te hebben, maar kunnen dit nog niet implementeren door barrières. Om kwalitatieve inclusieve kinderopvang te bieden wordt aangeraden om de barrières te verhelpen. Deze expertise kan de gemeente Utrecht gebruiken bij het vormgeven van inclusieve kinderopvang.