De relatie tussen competentiebeleving en spelling bij chronisch zieke kinderen
Summary
Deze onderzoeksrapportage beschrijft een studie naar de relatie tussen competentiebeleving en spelling bij chronisch zieke kinderen. Het doel van dit onderzoek is om de volgende vraag te beantwoorden: Wat is het verband tussen competentiebeleving en spelling bij chronisch zieke kinderen in de leeftijd van negen tot en met twaalf jaar op de Schans te Utrecht, een school voor langdurig zieke kinderen?
Aan de hand van literatuuronderzoek over competentiebeleving, spelling en chronische zieke kinderen is de hypothese als volgt opgesteld: Er bestaat een relatie tussen competentiebeleving en spelling bij chronisch zieke kinderen, zij die een spellingsachterstand hebben en meer moeite hebben met spelling kijken op een negatieve manier naar zichzelf.
Om deze hypothese te toetsen is bij 34 kinderen uit de groepen vijf, zes , zeven en acht de CBSK afgenomen. Door middel van de CBSK kan de competentiebeleving van deze groep kinderen gedefinieerd worden. Voor het bepalen van de spellingsachterstand zijn de gegevens van spellingtoetsen van het Leerling- en onderwijsvolgsysteem uit het CITO bij de school opgevraagd.
Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat er geen relatie bestaat tussen competentiebeleving en spelling bij chronisch zieke kinderen. Een opvallend resultaat daarbij is dat het merendeel van de kinderen een achterstand heeft van ten minste één jaar. Verder zijn er significante resultaten gevonden voor de twee subgroepen, groep en sekse. Echter, door het geringe aantal kinderen in deze groepen kan niet gegeneraliseerd worden naar de hele populatie.