View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        Title Master thesis Hoe reageren therapeuten op weerstand van jongeren en wordt dit beïnvloed door de DSM-diagnose van de jongere? Hoe reageren therapeuten op weerstand van jongeren en wordt dit beïnvloed door de DSM-diagnose van de jongere?

        Thumbnail
        View/Open
        Ebbers (5648238) thesis.pdf (218.0Kb)
        Publication date
        2020
        Author
        Ebbers, G.E.
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        De huidige studie heeft onderzocht hoe autonomie-ondersteunend of directief therapeuten reageren op weerstand van jongeren in therapie en of de DSM-diagnose van de jongere hier invloed op heeft. Hierbij werd verwacht dat therapeuten minder autonomie-ondersteunend reageren bij jongeren met ODD dan jongeren met SAD. Therapeuten (N = 55) reageerden in het onderzoek op twee videofragmenten van een therapiesessie waarin een jongere weerstand toont, waarbij als experimentele manipulatie de DSM-diagnoses ODD en SAD in een beschrijving vooraf genoemd werden. De reacties van de therapeuten werden op audio opgenomen en achteraf gecodeerd op een 7-punts Likertschaal van directief naar autonomie ondersteunend. Therapeuten bleken even vaak autonomie-ondersteunende en directieve reacties te geven bij jongeren met beide diagnoses. Hoewel therapeuten gemiddeld iets meer autonomie-ondersteunend reageerden bij jongeren met SAD (M = 4,66) dan bij jongeren met ODD (M = 4,22), bleek dit verschil niet significant te zijn (p = ,184). Mogelijke verklaringen zijn dat therapeuten minder gevoelig zijn voor DSM-diagnoses dan verwacht of dat de huidige studie geen effect kon aantonen, doordat de studie een lage power heeft. Ook kan het zijn dat therapeuten in langere interacties wel verschillend reageren door verschillend gedrag van jongeren met verschillende DSM-diagnoses, in plaats van puur hun DSM-diagnose. Het huidige onderzoek geeft nieuw inzicht in hoe therapeuten omgaan met weerstand in therapie.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/37772
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo