View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        'No Farmers No Food': Volkshelden of Antihelden?

        Thumbnail
        View/Open
        2020-vanGisbergen-Besamusca-tenThije_Thesis_03062020_final.pdf (1.938Mb)
        Publication date
        2020
        Author
        Gisbergen, C.J.M. van
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        In dit onderzoek is onderzocht op welke manier het televisiediscours over de boerenprotesten vorm kreeg bij de talkshows Pauw, DWDD, De Hofbar en Op1 van de NPO tussen 1-10-2019 en 21-02-2020. Een cultural approach (Ten Thije, 2020) vormt het fundament van dit onderzoek met theorieën over representatie (Leerssen, 2006; Forrester, 2000), groepsidentiteiten (Holliday et al., 2016; Beller & Leerssen, 2007; Spencer-Oatey & Franklin, 2009; Fitzpatrick, 2019), nationale beeldvorming (SCP, 2019; Leerssen, 2007), discours (Fairclough, 1992, 2003; Čarapić, 2006) en framing (Lakoff, 2014; Peters, 2017). Door middel van het kritische discoursanalyse model van Fairclough (1992) werden de volgende drie dimensies van het talkshowdiscours geanalyseerd: de tekstuele dimensie, de discursieve dimensie en de sociale praktijk. Deze drie dimensies werden via diverse analyses geanalyseerd, waaruit een aantal resultaten naar voren kwamen. Binnen de lexicalisatie-analyse bleken de boeren het meest te worden geclassificeerd. De predicatie-analyse toonde aan dat de begrepen boer met een positief imago en de begrepen boer met een negatief imago de beeldvorming voor het merendeel bepaalden. De sprekers-analyse wees uit dat – in tegenstelling tot de theorie van Fürsich (2010) - de boeren zelf, als minderheidsgroep, het discours het meest vormgaven. De analyse naar verwijzingen liet zien dat er het meest werd gerapporteerd naar de boeren, het kabinet en minister Carola Schouten. Uit de auto-, hetero- en meta-images bleek dat de boeren, als voormannen van de Nederlandse natie, zichzelf het meest de slachtofferrol toerekenden. De andere Nederlanders in het discours zagen de boeren meer als rebel, terwijl ze wel begrip voor de boeren toonden. Echter, bleken de boeren een sterk onbegrip te hebben naar de medeburgers uit de Randstad. Hoewel de tekstuele dimensie grotendeels overeenkwam met de sociale praktijk, kwam de discursieve dimensie niet overeen met de sociale praktijk aangezien het sentiment in de samenleving niet voldoende werd gerepresenteerd in het televisiediscours. Dat sluit aan bij de bevindingen van Schoonewille (2016) en Wasser (2019) die aantoonden dat het televisiediscours van de NPO geen directe afspiegeling is van de Nederlandse maatschappij. Enkele beperkingen van dit onderzoek zijn dat niet alle talkshows op dezelfde dagen uitzonden zijn en niet alle dimensies per talkshow konden worden geanalyseerd. Ook kan de subjectiviteit van de onderzoeker een rol hebben gespeeld bij de interpretatie van de resultaten. In vervolgonderzoek zou men zich kunnen focussen op een cross-culturele vergelijking van (televisie)discoursen over de boerenprotesten tussen diverse buitenlandse media.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/37262
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo