Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorBesamusca, Drs. Emmeline
dc.contributor.authorGisbergen, C.J.M. van
dc.date.accessioned2020-09-02T18:00:24Z
dc.date.available2020-09-02T18:00:24Z
dc.date.issued2020
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/37262
dc.description.abstractIn dit onderzoek is onderzocht op welke manier het televisiediscours over de boerenprotesten vorm kreeg bij de talkshows Pauw, DWDD, De Hofbar en Op1 van de NPO tussen 1-10-2019 en 21-02-2020. Een cultural approach (Ten Thije, 2020) vormt het fundament van dit onderzoek met theorieën over representatie (Leerssen, 2006; Forrester, 2000), groepsidentiteiten (Holliday et al., 2016; Beller & Leerssen, 2007; Spencer-Oatey & Franklin, 2009; Fitzpatrick, 2019), nationale beeldvorming (SCP, 2019; Leerssen, 2007), discours (Fairclough, 1992, 2003; Čarapić, 2006) en framing (Lakoff, 2014; Peters, 2017). Door middel van het kritische discoursanalyse model van Fairclough (1992) werden de volgende drie dimensies van het talkshowdiscours geanalyseerd: de tekstuele dimensie, de discursieve dimensie en de sociale praktijk. Deze drie dimensies werden via diverse analyses geanalyseerd, waaruit een aantal resultaten naar voren kwamen. Binnen de lexicalisatie-analyse bleken de boeren het meest te worden geclassificeerd. De predicatie-analyse toonde aan dat de begrepen boer met een positief imago en de begrepen boer met een negatief imago de beeldvorming voor het merendeel bepaalden. De sprekers-analyse wees uit dat – in tegenstelling tot de theorie van Fürsich (2010) - de boeren zelf, als minderheidsgroep, het discours het meest vormgaven. De analyse naar verwijzingen liet zien dat er het meest werd gerapporteerd naar de boeren, het kabinet en minister Carola Schouten. Uit de auto-, hetero- en meta-images bleek dat de boeren, als voormannen van de Nederlandse natie, zichzelf het meest de slachtofferrol toerekenden. De andere Nederlanders in het discours zagen de boeren meer als rebel, terwijl ze wel begrip voor de boeren toonden. Echter, bleken de boeren een sterk onbegrip te hebben naar de medeburgers uit de Randstad. Hoewel de tekstuele dimensie grotendeels overeenkwam met de sociale praktijk, kwam de discursieve dimensie niet overeen met de sociale praktijk aangezien het sentiment in de samenleving niet voldoende werd gerepresenteerd in het televisiediscours. Dat sluit aan bij de bevindingen van Schoonewille (2016) en Wasser (2019) die aantoonden dat het televisiediscours van de NPO geen directe afspiegeling is van de Nederlandse maatschappij. Enkele beperkingen van dit onderzoek zijn dat niet alle talkshows op dezelfde dagen uitzonden zijn en niet alle dimensies per talkshow konden worden geanalyseerd. Ook kan de subjectiviteit van de onderzoeker een rol hebben gespeeld bij de interpretatie van de resultaten. In vervolgonderzoek zou men zich kunnen focussen op een cross-culturele vergelijking van (televisie)discoursen over de boerenprotesten tussen diverse buitenlandse media.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent2033121
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.title'No Farmers No Food': Volkshelden of Antihelden?
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsboerenprotesten; media; beeldvorming; Othering; groepsidentiteit; kritische discoursanalyse; televisiediscours; framing;
dc.subject.courseuuInterculturele communicatie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record