Romeinse tolerantie. Romeinse omgang met monotheïsme in de vroege keizertijd
Summary
In dit eindwerkstuk wordt de Romeinse omgang met de twee monotheïstische
religies in de eerste eeuw na Christus besproken. Hierbij wordt ingegaan op het
fenomeen religieuze tolerantie en gebruik gemaakt van de analyse van primaire
bronnen. De conclusie die uit dit onderzoek volgt is dat er sprake was van
passieve religieuze tolerantie ten opzichte van christenen en joden. Er was wel
sprake van vervolging op bepaalde momenten in de eerste eeuw na Christus.
Uit de oorspronkelijke bronnen blijkt geen vervolging op basis van religieuze
redenen, maar blijkt dat dit een gevolg is van praktische besluiten van de
Romeinse machthebbers om bestuurlijke problemen aan te pakken.