Is er een verschil in motivatie en plezier bij het leren van een motorische vaardigheid via impliciet of expliciet leren bij leerlingen tussen 12 en 14 jaar?
Author
Roozeboom, K.
Joosten, M.M.M.
Metadata
Show full item recordSummary
Achtergrond/doel. Bij leerstrategieën kan er onderscheid worden gemaakt tussen impliciet en expliciet leren. Er zijn aanwijzingen dat de impliciete leerstrategie beter aansluit bij de mogelijkheden en beperkingen van jongeren met Cerebrale Parese (CP). Een passende leerstrategie zou de achterblijvende sportparticipatie van jongeren met CP kunnen vergroten. Huidig onderzoek heeft als doel om te bepalen of er een verschil is in plezier en motivatie bij het volgen van een gymles volgens de impliciete leerstrategie of het volgen van een gymles volgens de expliciete leerstrategie.
Methode. Participanten betroffen brugklasleerlingen in de leeftijd van twaalf tot veertien jaar (n=53). De participanten volgden een les kogelstoten volgens impliciete of expliciete leerstrategie. Na de les werden twee vragenlijsten afgenomen. Er werd gebruik gemaakt van de Physical Activity Enjoyment Scale (PACES) om de mate van plezier te meten. De mate van motivatie is gemeten door de Dimensions of Mastery Questionnaire (DMQ). Omdat de data niet normaal verdeeld waren, werd er geanalyseerd met een Mann-Whitney U toets.
Resultaten. De gemiddelde score op de DMQ was 48.87 punten. De gemiddelde score op de PACES was 125.58 punten. Er werd geen significant verschil gevonden op de DMQ (p=.31) noch op de PACES (p=.28).
Conclusie. De conclusie in dit onderzoek is dat er geen verschil is in de mate van plezier en motivatie tussen de expliciete en de impliciete groep participanten. Het ontwikkelde lesprotocol kan van waarde zijn voor vervolgonderzoek bij jongeren met CP. Een aanbeveling voor vervolgonderzoek is om de participanten beide leerstrategieën te laten ervaren voor het meetmoment.