Contrastieve analyses van het fonemisch systeem van het Nederlands: Contrastieve analyses met het Duits, Engels, Frans, Italiaans en Pools
Summary
De receptieve taalvaardigheden van een baby ontwikkelen zich al vóór de geboorte en na de geboorte ontwikkelen deze vaardigheden zich razendsnel verder: binnen de leeftijd van zes maanden zijn baby’s al bekend met de klinkers van de moedertaal en tussen de tien en twaalf maanden zijn ze bekend met de medeklinkers uit de moedertaal. Tijdens verwerving van de moedertaal, neemt ook het vermogen om alle spraakklanken van natuurlijke talen te kunnen onderscheiden af. Dit maakt het lastig om klinkers en medeklinkers uit een andere taal, die niet tot de moedertaal behoren, te kunnen herkennen en te leren uitspreken bij het leren of verwerven van een tweede taal.
In dit afstudeeronderzoek wordt onderzocht welke fonemen voorkomen in het Nederlands en worden alle fonemen uit het Duits, Engels, Frans, Italiaans en Pools vergeleken met de fonemen van het Nederlands. Hierbij wordt beschreven of er mogelijk interferentie optreedt: het overnemen van kenmerken van klanken uit de moedertaal, waardoor er een accent of gemarkeerde uitspraak aanwezig zal zijn. Dit overzicht biedt inzicht in welke klanken per moedertaal mogelijk extra aandacht nodig hebben in het NT2-onderwijs, omdat ze niet voorkomen in het Duits, Engels, Frans, Italiaans of Pools, maar wel tot het Nederlands behoren.