Een Onderzoek naar de rol van Self-Efficacy en Ervaren Druk in de Relatie tussen Oudersupport en Sportfrequentie van Nederlandse Adolescenten
Summary
Wereldwijd voldoet drie van de vier adolescenten niet aan de globale dagelijkse aanbevelingen van de World Health Organisation als het gaat om lichamelijke activiteit. Om gedragsverandering ten aanzien van lichamelijke activiteit tot stand te brengen is het van belang te weten welke onderliggende factoren invloed hebben op de sportfrequentie van adolescenten. Het doel van dit onderzoek was om te onderzoeken of sportgerelateerde self-efficacy het verband tussen oudersupport en sportfrequentie van adolescenten kan verklaren en of ervaren ouderlijke druk als moderator kan fungeren binnen deze relatie. Data, gebruikt in dit onderzoek, is afkomstig uit de longitudinale cohortstudie TRAILS onder 2190 (pre-) adolescenten (Wave 1). Er is gecontroleerd voor de sportfrequentie van ouders, sekse en leeftijd en via een multipele regressieanalyse is getracht onderbouwing te vinden voor de invloed van bovenstaande factoren op de relatie tussen oudersupport en sportfrequentie van adolescenten. Resultaten toonden een significante positieve relatie tussen oudersupport en sportfrequentie van adolescenten en deze relatie werd partieel verklaard door sportgerelateerde self-efficacy. Er is geen significant interactie gevonden voor het effect van ervaren ouderlijke druk op deze relatie. Deze bevindingen demonstreren dat beleid gericht zou moeten zijn op zowel oudersupport als sportgerelateerde self-efficacy om een optimale sportfrequentie van adolescenten te waarborgen.