"Het oer-Hollandsche aanbod bij Videoland" - een onderzoek naar de constructie van een Nederlandse identiteit op het video-on-demand platform Videoland.
Summary
Er bestaan tegenwoordig verschillende manieren om televisieprogramma’s en films te kunnen
consumeren. Eén van die manieren is via een online videoplatform. Televisie wordt gezien als een
medium dat in staat is om een nationale identiteit te construeren. In deze scriptie wordt er
onderzocht of een videoplatform ook in staat is om een nationale identiteit te construeren en hoe dit
dan precies gebeurt. Met als casus het Nederlandse Videoland wordt er uitgegaan van de vraag:
“Hoe wordt een Nederlandse identiteit geconstrueerd op het online videoplatform Videoland?”
Dit wordt onderzocht op basis van expliciete en impliciete uitingen van een Nederlandse
identiteit op het platform. Dit gebeurt op drie niveaus: de landingspagina voor het inloggen, de
landingspagina na het inloggen en de nieuwspagina. Voor de analyse worden twee methodes
gecombineerd. Namelijk een tekstuele analyse voor de verschillende teksten en afbeeldingen op het
platform en een discursieve interface analyse voor de verschillende affordances van het platform.
Uit dit onderzoek is gebleken dat er op Videoland een sturing plaatsvindt richting
Nederlandse content via de zintuigelijke (uiterlijke vormgeving) en cognitieve affordances
(benamingen van kopjes e.d.) die het platform vormgeven. De tekstuele aspecten benadrukken deze
sturing zowel expliciet als impliciet. Er wordt door het platform een imagined community gecreëerd
door de Nederlandse content te plaatsen onder kopjes als “populair” en “best bekeken”. Hierbij
wordt er echter wel steeds een eenduidige Nederlandse identiteit geconstrueerd, waarbij weinig tot
geen aandacht wordt geschonken aan regionale en etnische identiteiten binnen de overkoepelende
Nederlandse nationale identiteit. De Nederlandse identiteit die door Videoland wordt geconstrueerd
is voornamelijk vormgegeven door impliciete en expliciete verwijzingen naar blanke Nederlanders in
de randstad en door deze identiteit af te zetten tegen een brede “internationale” identiteit van de
andere mediateksten op het platform.