Reductie van voedselverspilling onder studenten: de overtuigende kracht van storybridging
Summary
Jaarlijks belandt 13% van alle boodschappen uit Nederlandse supermarkten bij het afval (Rijksoverheid, 2017). Deze verspilling heeft aanzienlijke consequenties voor het milieu en maatschappij – een reductie van voedselverspilling is gewenst. Volgens Rood, Van Gelder en Van Zeijts (2014) is zeven op de tien Nederlanders bereid om voedselverspilling te verminderen, maar loopt hierbij tegen verschillende barrières op waardoor de intentie niet omgezet kan worden in gedrag. Sheeran (2002) conceptualiseert de kloof tussen het ‘willen’ en ‘doen’ als de intention-behavior gap. Schwarzer (2008) noemt de mensen die te maken hebben met zo’n kloof intenders: de intentie voor gedragsverandering is aanwezig, maar de benodigde acties worden niet uitgevoerd. Een consumentengroep die hieronder valt, is de uitwonende student. Boeijinga, Hoeken en Sanders (2017) stellen dat de kloof overbrugd kan worden middels de storybridging-methode: een vierstappenplan om een gedragsinterveniërend narratief te ontwikkelen. Hierbij wordt de inhoud van het narratief vastgesteld door input vanuit de doelgroep.
In deze studie zijn dertien interviews afgenomen met uitwonende studenten in Utrecht om inzicht te krijgen in hun ervaringen, motivaties en obstakels omtrent voedselverspilling. Aan de hand van deze uitkomsten zijn drie stappen van de methode doorlopen: het vaststellen van de veranderfase, identificeren van kernelementen en construeren van een narratief. Het narratief focust op planningsstrategieën die studenten kunnen toepassen om voedselverspilling te reduceren. De storybridging-methode was eerder alleen toegepast op gezondheidsinterventie, maar is dus ook toepasbaar in een geheel andere context. De vierde stap, het toetsen van de effectiviteit van het narratief, is echter niet uitgevoerd. Hiervoor is vervolgonderzoek nodig.