Samenhang globaal zelfbeeld, fysieke activiteit en zelfbeeld over de sociale acceptatie bij basisschoolkinderen

Abstract

Doel: De samenhang tussen fysieke activiteit en het zelfbeeld over de sociale acceptatie onderzoeken. Tevens zijn verschillen tussen jongens en meisjes in fysieke activiteit, in het zelfbeeld over de sociale acceptatie en in de samenhang tussen fysieke activiteit en het zelfbeeld over de sociale acceptatie onderzocht. Verder is het verschil in fysieke activiteit tussen kinderen met een laag en normaal-hoog zelfbeeld over de sociale acceptatie onderzocht. Tot slot is het verschil in het zelfbeeld over de sociale acceptatie tussen kinderen in teamsport en individuele sport onderzocht. Methode: Huidig onderzoek werd uitgevoerd bij 150 basisschoolkinderen (Mleeftijd = 9.07, SD = 1.67). Het zelfbeeld over de sociale acceptatie is gemeten met een subschaal van de CBSK en participatie in fysieke activiteit met een vragenlijst over de fysieke activiteit. Resultaten: Een positieve, zwakke samenhang tussen fysieke activiteit en het zelfbeeld over de sociale acceptatie. Deze samenhang is significant voor meisjes, maar niet voor jongens. Jongens zijn fysiek actiever dan meisjes. Jongens en meisjes verschillen niet in het zelfbeeld over de sociale acceptatie. Kinderen met een normaal-hoog zelfbeeld over de sociale acceptatie zijn fysiek actiever. Kinderen in teamsport hebben vaker een normaal-hoog zelfbeeld over de sociale acceptatie dan kinderen in individuele sport doen. Conclusie: Er is een samenhang tussen fysieke activiteit en het zelfbeeld over de sociale acceptatie bij basisschoolkinderen. Er zijn verschillen in fysieke activiteit en het zelfbeeld over de sociale acceptatie tussen jongens en meisjes, en tussen team- en individuele sporten.