Creatieve Computers. Een kritische analyse van het academische discours rondom kunstmatige creativiteit.
Summary
Kunstmatig intelligente systemen halen ons in hoog tempo in, en worden door velen beschouwd als
de toekomst. Regelmatig worden er extreme uitspraken gedaan over de toekomst van technologie
en de macht die technologie op ons mensen zou hebben. Hoe kunnen wij ons als mens nog van de
technologie onderscheiden? Op het gebied van kunst en creativiteit lijkt de mens nog niet
gepasseerd door technologie. Menselijke creativiteit speelt een belangrijke rol in veel verschillende
aspecten van onze intelligente en heeft daardoor een essentiële rol binnen de kunstmatige
intelligentie. Deze uitdagingen rondom kunstmatige creativiteit staat centraal binnen het
wetenschappelijke veld computational creativity.
De gewaagde uitspraken over technologie zijn vaak gericht op het prikkelen van de kijker,
luisteraar of lezer. Binnen de wetenschap geldt er een zwaardere bewijslast dan in een meer
informele setting. Hoe spreken wetenschappers onderling over de relatie tussen mens en
technologie, en de mogelijkheden van kunstmatige creativiteit? Binnen dit onderzoek is gekeken
naar een emailconversatie tussen een aantal van de grootste wetenschappers binnen het veld van
computational creativity. De gepubliceerde emailconversatie in ‘Evaluation of creativecaesthetics’ zal
als casus fungeren binnen dit onderzoek. De vraag die centraal staat binnen dit onderzoek is: Hoe
verhoudt de academische conversatie over kunstmatige creativiteit in ‘Evaluation of creative
aesthetics’ zich tot het debat over de verhouding tussen mens en technologie?
Er is gekeken naar de manier waarop er gesproken wordt over de mogelijkheden van
technologie op het gebied van creativiteit. Dit hangt nauw samen met de begrippen technologisch
determinisme en technologisch imaginair. Aan de hand van deze begrippen is de mailconversatie
binnen het debat over de relatie tussen mens en technologie geplaatst worden. Het gaat hierbij over
het debat dat zich richt op de invloed die technologie op ons zou hebben. Het technologisch
determinisme schrijft veel macht aan technologie toe. Daartegenover staat het sociaal
constructivisme, wat juist de macht meer bij de mens zelf legt.
Duidelijk is dat de wetenschappers in deze meer informele setting extremere uitspraken
lijken te doen over de mogelijkheden van technologie, waarbij ze neigen naar sterk technologisch
deterministische of juist sociaal constructivistische uitspraken. Ondanks dat er in de wetenschap een
nuancering in het debat over de verhouding tussen de mens en technologie naar voren lijkt te
komen, blijken de wetenschappers extremere uitspraken te maken die deze nuance achterwege laten.