De verschillen tussen racistische en antisemitische incidenten in Nederland
Summary
Racistische en antisemitische incidenten vormen binnen Nederland een actueel maatschappelijk probleem. Er bestaat nog weinig inzicht in de oorzaken en het verloop van dit soort incidenten. In deze studie is gekeken naar de verschillen tussen racistische en antisemitische incidenten en de mogelijke verklaringen voor deze verschillen aan de hand van het ASE-model. Op basis van de bevindingen worden er aanbevelingen gedaan voor educatie en preventie van racisme en antisemitisme. Data zijn verzameld aan de hand van rechtszaken (N=27) met een racistisch of antisemitisch element en er zijn semigestructureerde interviews met slachtoffers en/of waarnemers van antisemitisme (N=8) afgenomen. Uit de resultaten blijkt dat racistische en antisemitische incidenten in te delen zijn in meerdere scenario’s, waarbij het verschil ligt in de aanleiding tot het incident. Bij de helft van de incidenten was de aanleiding een racistische of antisemitische overtuiging van de dader die al bestond voorafgaand aan het incident. Bij de andere helft van de incidenten was er sprake van een andersoortig incident, zoals een burenruzie, waarbij het racistisch of antisemitisch element werd gebruikt als middel. Geconcludeerd kan worden dat bij zowel racistische daders als antisemitische daders geïnternaliseerde racistische of antisemitische overtuigingen een belangrijke aanleiding vormen tot het plegen van incidenten. De dynamiek tussen racistische en antisemitische incidenten is echter wel verschillend, waarbij met name de rol van externe factoren verschilt. De bevindingen geven meer inzicht in het gedrag van daders en daarmee handvatten voor preventie en educatieprogramma’s.