Welkom bij het gilde. De openheid van ambachtsgilden in Haarlem in de 17e en 18e eeuw.
Summary
Er zijn verschillende discussies gaande in het gildedebat. Zo zijn er onderzoekers die gilden een positieve rol toekennen in de vroegmoderne economie. Anderen volgen juist het idee van Adam Smith dat gilden alleen hun eigen monopolies beschermden. Een manier om gilden te onderzoeken is door te kijken naar de mate van openheid van gilden voor mensen van buiten de lokale omgeving. Lokaal onderzoek is namelijk geschikt om gilden op een microniveau te analyseren. Zo kan er worden gekeken of de openheid van gilden verschilden door verschillende periode, doordat ze in andere steden waren gevestigd of doordat gilden in een stad zelf ook erg konden verschillen. In dit onderzoek is dat gedaan voor de stad Haarlem en het schoenmakersgilde en bakkersgilde uit de 18e eeuw aldaar. De keuren van deze gilden zijn geanalyseerd, waarna dit is vergeleken met een analyse van de soorten nieuwe inschrijvingen uit een leerjongens en knechtenboek van het schoenmakersgilde en een knechtenboek van het bakkersgilde. De inschrijvingen werden gedaan door vier verschillende groepen: meesterzonen, burgers, wezen en vreemdelingen. Juist het onderzoeken van de hoeveelheid inschrijvingen van vreemdelingen tegenover het aantal inschrijvingen van burgers, wezen en meesterzonen kan duidelijkheid scheppen over de openheid van de gilden voor mensen van buitenaf. Wat vooral bleek is dat de keuren niet altijd overeenkwamen met de daadwerkelijk betaalde bedragen van nieuwe inschrijvingen. Vaak werd het in de keuren lastig gemaakt voor nieuwkomers om te worden toegelaten. Dit bleek echter niet uit de analyse van de inschrijfboeken. Daarin kwam voor beiden gilden naar voren dat vooral knechten zich vaak gemakkelijk konden inschrijven. Voor vreemdelingen was het wel lastiger om als leerling te worden toegelaten. Toch kunnen beiden gilden voor knechten en leerlingen als relatief open worden gezien. De inschrijvingen van meesters zijn in dit onderzoek niet behandeld. Hier was geen archiefmateriaal voor beschikbaar, maar deze gegevens zouden mogelijk wel beter verglijkbaar zijn geweest met de keuren. Het is dus zeker interessant om in vervolgonderzoek nog op zoek te gaan naar inschrijvingen van meesters bij ambachtsgilden.