View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        Deugdethiek en het probleem van de universaliteit: Aristoteles, MacIntyre, Nussbaum

        Thumbnail
        View/Open
        Masterscriptie.pdf (662.3Kb)
        Publication date
        2016
        Author
        Robbesom, D.
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        In de afgelopen decennia is er sprake van een opleving van interesse in deugdethiek. Moderne deugdethici bekritiseren de morele ethische stromingen deontologie en utilitarisme, omdat zij teveel gericht zijn op het formuleren van abstracte regels met universele geldigheid. In de deugdethiek is er meer aandacht voor de context van het morele handelen. Deze contextgerichtheid is een verdienste van de deugdethiek, maar roept ook de vraag op naar de universele geldigheid van ervan. De vraag naar de universele geldigheid van de deugdethiek kan op twee manieren worden beantwoord. De filosoof Alasdair MacIntyre onderzoekt de historiciteit van de deugden en stelt dat de deugden zijn ontstaan en betekenis hebben in een bepaalde context. Hij is tevens van mening dat er geen objectieve standaard bestaat voor het beoordelen van moreel gedrag. Om die reden wordt hij als een relativist beschouwd. De filosoof Martha Nussbaum ziet een probleem in het relativisme, omdat het niet in staat is onrechtvaardige praktijken te bekritiseren. Nussbaum interpreteert de deugdethiek op universalistische wijze en stelt dat de deugdethiek niet tot relativisme hoeft te leiden. Beide auteurs baseren zich op het werk van de grondlegger van de deugdethiek, Aristoteles, die middels zijn naturalistische mensbeeld de deugdethiek een universele basis gaf. In deze scriptie onderzoek ik of de deugdethiek aanspraak kan maken op universele geldigheid. Ik kijk daarvoor naar de klassieke en invloedrijke formulering hiervan, de Ethica Nicomachea van Aristoteles. Ik geef een beschrijving van zijn ethiek en onderzoek daarbij of er sprake is van een universaliteitspretentie bij Aristoteles. Daarna ga ik verder in op het werk van MacIntyre en Nussbaum, die zich beiden op Aristoteles baseren, maar toch tot heel verschillende conclusies lijken te komen. Ik zal betogen dat Nussbaum uiteindelijk het sterkste standpunt heeft met betrekking tot het probleem van de universaliteit van de deugdethiek.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/24714
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo