Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorTieleman, T.L.
dc.contributor.advisorVorstenbosch, J.M.G.
dc.contributor.authorRobbesom, D.
dc.date.accessioned2016-11-09T18:00:34Z
dc.date.available2016-11-09T18:00:34Z
dc.date.issued2016
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/24714
dc.description.abstractIn de afgelopen decennia is er sprake van een opleving van interesse in deugdethiek. Moderne deugdethici bekritiseren de morele ethische stromingen deontologie en utilitarisme, omdat zij teveel gericht zijn op het formuleren van abstracte regels met universele geldigheid. In de deugdethiek is er meer aandacht voor de context van het morele handelen. Deze contextgerichtheid is een verdienste van de deugdethiek, maar roept ook de vraag op naar de universele geldigheid van ervan. De vraag naar de universele geldigheid van de deugdethiek kan op twee manieren worden beantwoord. De filosoof Alasdair MacIntyre onderzoekt de historiciteit van de deugden en stelt dat de deugden zijn ontstaan en betekenis hebben in een bepaalde context. Hij is tevens van mening dat er geen objectieve standaard bestaat voor het beoordelen van moreel gedrag. Om die reden wordt hij als een relativist beschouwd. De filosoof Martha Nussbaum ziet een probleem in het relativisme, omdat het niet in staat is onrechtvaardige praktijken te bekritiseren. Nussbaum interpreteert de deugdethiek op universalistische wijze en stelt dat de deugdethiek niet tot relativisme hoeft te leiden. Beide auteurs baseren zich op het werk van de grondlegger van de deugdethiek, Aristoteles, die middels zijn naturalistische mensbeeld de deugdethiek een universele basis gaf. In deze scriptie onderzoek ik of de deugdethiek aanspraak kan maken op universele geldigheid. Ik kijk daarvoor naar de klassieke en invloedrijke formulering hiervan, de Ethica Nicomachea van Aristoteles. Ik geef een beschrijving van zijn ethiek en onderzoek daarbij of er sprake is van een universaliteitspretentie bij Aristoteles. Daarna ga ik verder in op het werk van MacIntyre en Nussbaum, die zich beiden op Aristoteles baseren, maar toch tot heel verschillende conclusies lijken te komen. Ik zal betogen dat Nussbaum uiteindelijk het sterkste standpunt heeft met betrekking tot het probleem van de universaliteit van de deugdethiek.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isonl
dc.titleDeugdethiek en het probleem van de universaliteit: Aristoteles, MacIntyre, Nussbaum
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsDeugdethiek, Aristoteles, MacIntyre, Nussbaum, universaliteit, relativisme
dc.subject.courseuuWijsbegeerte


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record