Meerwaarde van zingen naast voorlezen voor de taalontwikkeling van eentalige en tweetalige peuters
Summary
Achtergrond: Uit onderzoek blijkt dat de vroege taalontwikkeling gerelateerd is aan de schoolprestaties van kinderen (Feng, Gai, & Chen, 2014). Hierdoor is het belangrijk om te weten welke taalactiviteiten de vroege taalontwikkeling ondersteunen. Het doel van deze
studie is om te onderzoeken of zingen naast voorlezen bijdraagt aan de taalontwikkeling van een- en tweetalige peuters. Methode: In dit onderzoek deden er 416 peuters van gemiddeld 26 maanden oud mee. Er is met de ouders een interview gehouden over het taalaanbod en zij hebben de Nederlandse versie van de Communicative Development Inventory (N-CDI) ingevuld, waarmee de productieve taalontwikkeling is gemeten. Bij de peuters is de Peabody Picture Vocabulary Test (PPVT) afgenomen om de receptieve taalontwikkeling te bepalen. Met een multipele regressie is geanalyseerd of zingen naast voorlezen gerelateerd is aan receptieve en productieve taal. In een hiërarchische regressie is geanalyseerd of een- en tweetaligheid een modererend effect heeft. Resultaten: Zingen blijkt geen significante voorspeller te zijn van receptieve taal, maar voorlezen wel. Zingen en voorlezen blijken beide significante voorspellers te zijn van productieve taal. Er is geen significant verschil gevonden tussen een- of tweetalige peuters. Conclusie: Frequenter zingen en voorlezen draagt bij aan een hogere productieve taalontwikkeling. Alleen voorlezen lijkt de receptieve taalontwikkeling te stimuleren. De bijdrage van zingen en voorlezen aan de taalontwikkeling
lijkt bij een- en tweetalige peuters hetzelfde te zijn. Dit onderzoek heeft bijgedragen aan het aantonen van een positief effect van zingen op de productieve taalontwikkeling. Er is echter meer onderzoek nodig.