Door woorden kijken
Summary
Jacq Firmin Vogelaar schreef naast romans ook decennialang literaire kritieken voor de Groene Amsterdammer. Zijn literaire poëtica is grotendeels beschreven door Sven Vitse en Anthony Mertens. Een onderwerp dat hierin nog niet belicht is, is zijn aandacht voor beeldende kunst in de loop van de jaren tachtig, met name zijn aandacht voor de figuratieve kunst van Francis Bacon. In essays in Uit het oog (1997) houdt Vogelaar zich bezig met de mogelijkheden tot het vertalen van een beeld in een literair werk (ekphrasis wordt dit in de secundaire literatuur genoemd). De essays over dit onderwerp vormen het corpus van mijn scriptie. Ik analyseer hoe Vogelaars ideeën over beeld, zijn beeldpoëtica, zich verhouden tot zijn opvattingen over literatuur. Hiermee vul ik het bestaande poëtica-onderzoek naar Vogelaar aan met een intermediale dimensie. De uitkomst van mijn analyse is dat de beeldpoëtica van Vogelaar dezelfde contouren volgt als zijn literaire poëtica: beide zijn op vervreemdende vorm gericht om de toeschouwer te confronteren met zijn eigen waarnemingspatroon. In het gehele onderzoek naar Vogelaars poëtica vormt de aandacht die hij in de jaren tachtig voor beeld heeft een wending. Voor de jaren tachtig was zijn poëtica sterk ideologiekritisch, terwijl met de aandacht voor beeld zijn aandacht voor het interval (het liminale) toeneemt, dit resulteert in de loop van de jaren tachtig in een liminale poëtica zonder expliciete politieke uitspraken. Mijn onderzoek is een mogelijke duiding voor deze wending.