De jongens tegen de meisjes Een comparatief onderzoek aan de hand van De kleine Grandisson en De kleine Klarissa.
Summary
De jongens aan de ene kant en de meisjes aan de andere kant is een verschijnsel dat al jaar en dag voorkomt en eens in de zoveel tijd tot discussie leidt. Want waarom staan in de speelgoedgids rond december alleen maar meisjes achter het minifornuis en de stofzuiger? En spelen de jongens in diezelfde speelgoedgids niet met poppen, maar enkel met vrachtwagens en gereedschap? In het huidige onderzoek naar kinder- en jeugdliteratuur, waarmee boeken specifiek voor kinderen tussen de 5 en 15 jaar bedoeld worden, in de 18e eeuw is tot nu toe nog niet nader onderzocht hoe deze verschillen tussen jongens en meisjes tot uiting komen in de literatuur en welk beeld de literatuur afgeeft over jongen- en meisje-zijn.
Aan de hand van een tweetal kinderboeken van de schrijfster Maria Geertruid de Cambon - Van der Werken, De Kleine Grandisson en De Kleine Klarissa , die kort na elkaar verschenen, wordt in deze thesis specifiek naar de inhoud van beide verhalen gekeken en zo onderzocht of en hoe deze verhalen bijdragen aan de vorming van een identiteit van de jeugdige lezer, met name naar de ontwikkeling van een genderidentiteit.