Het effect van exposurebehandeling op het angstacquisitieproces bij angstpatiënten.
Summary
In huidig onderzoek is er gekeken naar het angstacquisitieproces bij angstpatiënten
voorafgaand en na afloop van exposurebehandeling. Eveneens zijn de verschillen en
overeenkomsten hierin met gezonde controles onderzocht. Het is van belang meer te weten te
komen over de manier waarop angst verworven wordt door angstpatiënten om
exposurebehandelingen van angststoornissen te verbeteren en uitkomsten te maximaliseren.
Er participeerden 70 angstpatiënten en 65 gezonde controles in een conditioneringsprocedure
bestaande uit vijf fasen: de habituatiefase, de ongeïnstrueerde acquisitiefase, de geïnstrueerde
acquisitiefase, de ongeïnstrueerde extinctiefase en de geïnstrueerde extinctiefase. Van de
angstpatiëntengroep deden 13 participanten mee aan het vervolgonderzoek. Tijdens de
conditioneringsprocedure werden twee afbeeldingen van gezichten aangeboden als CS+ en
CS-, waarbij CS+ tijdens de acquisitiefasen werd bekrachtigd met een elektrische puls als US.
Na afloop van de tweede fase werd de CS-US associatie verbaal toegelicht en na afloop van
de vierde fase werd de instructie gegeven dat elektrische pulsen achterwege bleven. Er
werden visueel analoge schalen gebruikt om de mate van subjectieve angst en de verwachting
van de schok te meten. De objectieve mate van angst werd gemeten middels de startle
respons, die werd opgewekt door middel van korte geluiden via een koptelefoon. Uit de
resultaten bleek dat angstpatiënten tijdens acquisitie hogere angstresponsen vertoonden op
zowel CS+ als CS- dan gezonde controles. Hiernaast lieten subjectieve metingen, bij het
vergelijken van de angstpatiëntengroep met de controlegroep, een gelijk niveau van
discriminatieleren zien, terwijl uit de metingen van de startle respons bleek dat er bij
angstpatiënten sprake was van een verhoogd niveau van discriminatieleren. Tot slot werden er
geen verschillen opgemerkt in het acquisitieproces van angstpatiënten voorafgaand en aan het
einde van exposurebehandeling. Een suggestie voor vervolgonderzoek betreft het
onderscheiden van verschillende angststoornissen bij het onderzoeken van veranderingen in
het aan- en afleren van angst bij angstpatiënten, aangezien er bewijs is voor stoornisspecifieke
conditioneringsprocessen.