Het IQ criterium bij kinderen met SLI
Summary
In dit artikel is onderzoek gedaan naar het criterium voor het non-verbaal IQ om kinderen met SLI te kunnen diagnosticeren. De vraag die centraal staat is: “Wat is een adequate grenswaarde voor het non-verbale IQ bij het diagnosticeren van kinderen met een taalstoornis?” Deze vraag wordt beantwoord door te kijken naar de correlaties tussen taal en non-verbaal IQ.
Via literatuuronderzoek is de reeds bekende internationale literatuur uiteengezet. Er kwam naar voren dat de IQ grens van 85 het meest gehanteerd wordt, al is er geen sprake van consensus noch onder medici noch bij onderzoekers. Ook kinderen met een IQ tussen de 70 en 85 zouden nog profiteren van taalondersteuning. Bij kinderen met SLI werden verschillende zwakke tot matige relaties gevonden tussen taalbegrip en non-verbaal IQ en tussen taalproductie en non-verbaal IQ. Daarnaast bleek dat kinderen met SLI gemiddeld een lager IQ hebben dan kinderen zonder SLI.
Ook is er praktijkonderzoek gedaan met behulp van een database. Het bestand bevatte de gegevens van 167 kinderen uit het cluster 2 onderwijs in Nederland. Er zijn verschillende zwakke tot matige correlatie gevonden tussen de verschillende scores op een non-verbale IQ test en een taalproductietest (r=.421; p<0.01) en tussen de scores op een non-verbale IQ test een taalbegripstest (r=.539; p<0.01). De scores op taalbegrip en taalproductie samen correleerden ook matig met het non-verbale IQ (r=.508; p<0.01). Daarnaast is er onderzoek gedaan naar de hoogte van het IQ bij de groep kinderen van het cluster 2 onderwijs. Het bleek dat het verlagen van de grenswaarde naar 70 geen invloed heeft op het gemiddelde non-verbale IQ van de groep SLI. Het gemiddelde non-verbale IQ van de groep kinderen uit het cluster 2 onderwijs is 99.22 met een standaard deviatie van 13.42.
Omdat er zwakke tot matige relaties gevonden werden, kan gezegd worden dat een criterium voor het non-verbaal IQ bij het diagnosticeren van kinderen met SLI vastgesteld moet worden. De vraag is echter of de grenswaarde van 85 niet te hoog is, omdat uit de literatuur blijkt dat het non-verbale IQ van kinderen met een taalstoornis, in negatieve zin, afwijkt van kinderen zonder taalstoornis. Een betere grenswaarde zou 70 kunnen zijn, aangezien in de praktijk is bewezen dat dit niet hoeft te zorgen voor een lager gemiddeld IQ van de groep. Er wordt dan toch rekening gehouden met de zwakke tot matige correlaties tussen non-verbaal IQ en taal.