Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorSwanenberg, A.P.C.
dc.contributor.advisorBarbiers, L.C.J.
dc.contributor.authorSpijk, Y. van
dc.date.accessioned2015-08-06T17:00:46Z
dc.date.available2015-08-06T17:00:46Z
dc.date.issued2015
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/20960
dc.description.abstractDoor veranderingen in de maatschappij en het opkomen van het Standaardnederlands hebben de dialecten in Noord-Brabant kenmerken van deze standaardtaal overgenomen, zijn ze steeds meer karakteristieke eigenschappen verloren en zijn ze hierdoor op naburige dialecten gaan lijken. Het resultaat hiervan is het regiolect: een spectrum van taalvariëteiten die zich tussen het Standaardnederlands en het authentieke dialect bevinden qua lexicon, grammatica en klanken. Afhankelijk van onder andere leeftijd spreken taalgebruikers een taalvariëteit uit dit continuüm met meer of minder authentieke dialectkenmerken, waarbij ze ook in bepaalde mate kunnen variëren in hun taalgebruik, al naar gelang de situatie en de gesprekspartner. In dit proces van dialectnivellering ontstaan bovendien taalvormen die als hyperdialect te karakteriseren zijn: dialectkenmerken die worden overgegeneraliseerd en op plaatsen verschijnen waar ze in het authentieke dialect ongrammaticaal zouden zijn. In deze scriptie heb ik het regiolectspectrum onderzocht in de plaatsen Drunen, Waalwijk en Kaatsheuvel, gelegen in de Midden-Noord-Brabantse streek de Langstraat. Hierbij ben ik uitgegaan van de volgende onderzoeksvraag: Hoe ziet het gebruik van de morfologische, morfofonologische, morfosyntactische en syntactische structuren van het dialect eruit in de verschillende leeftijdsgroepen? Ik verwachtte een verloop te zien: hoe jonger de leeftijd van een dialectgebruiker, hoe minder een bepaalde structuur gebruikt wordt, hoe meer de grammatica standaardtalige kenmerken overneemt en op andere regels berust dan die van het authentieke dialect. Om deze hypotheses te testen heb ik het gebruik van negen grammaticale structuren geanalyseerd bij 38 participanten in vijf leeftijdsgroepen. Hiervoor zijn twee experimenten uitgevoerd: experiment 1 was gericht op het ontlokken van semispontane spraak, waarbij de participanten in hun dialectvariëteit beschreven wat ze in korte filmfragmenten zagen gebeuren. In experiment 2 werden gemanipuleerde zinnen in het dialect afgespeeld, op basis waarvan de participanten vervolgens hun eigen formulering gaven. Op deze manier is bekeken welke kenmerken ze in hun formulering behielden en welke ze vervingen door standaardtalige of juist authentieke en zelfs hyperdialectische vormen. Het beeld dat uit de data is gekomen, is bovenal gevarieerd. Op het gebied van de morfofonologie zijn duidelijke leeftijdsverschillen waargenomen, terwijl uit de morfologie in alle leeftijdsgroepen een grote variatie is gekomen, met curieuze nieuwvormingen en zelfs in de oudste groep verschillende vormen van hyperdialect. Om deze aanzienlijke variatie te verklaren bespreek ik enkele mogelijke oorzaken. Zo kan het variëren in register een verstorende factor zijn geweest, naast het feit dat de vele andere sociolinguïstische variabelen die meespelen, niet zijn gecontroleerd. Ook gebreken in de onderzoeksmethode kunnen een rol hebben gespeeld. Tot slot heb ik de variatie proberen te verklaren vanuit het oogpunt van de individuele taalverwerving: het kan zo zijn dat de huidige dialectsprekers als kind – in een samenleving met de vele taalvariëteiten van het regiolect – een zodanig gevarieerde taal-input hebben gekregen dat deze qua samenstelling afweek van wat ieder ander kind aangeboden kreeg. In dat geval zou geen enkele eerstetaalverwerver dezelfde grammatica hebben gebouwd, waarna de volwassen taalgebruiker blijvend blootgesteld is geweest aan de vele regenboogkleuren van het regiolectcontinuüm.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1197294
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDe regenboogkleuren van de Langstraat: een onderzoek naar de vele vormen van het dialect van Drunen, Waalwijk en Kaatsheuvel
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsdialect; Noord-Brabants dialect; Brabants dialect; Noord-Brabants; Brabants; authentiek dialect; standaardtaal; diaglossie; dialectnivellering; dialect levelling; dialectverandering; regiolect; regiolectspectrum; regiolectcontinuüm; continuüm; dialectcontinuüm; hyperdialect; superdialect; taalverandering; taalevolutie; sociolinguïstiek; grammatica; morfologie; morfofonologie; morfosyntaxis; fonologie; fonosyntaxis; naamvallen; hulpwerkwoordverdubbeling; werkwoordsvervoeging; vervoeging; diminutieven; verkleinwoorden; adnominale verbuiging; verbuiging; imperatieven; vooropplaatsing; dubbele complementizer; expletieve complementizer; Langstraat; Drunen; Waalwijk; Kaatsheuvel; Noord-Brabant; Midden-Noord-Brabant;
dc.subject.courseuuTaal, Mens en Maatschappij


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record