View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        Auditieve Verbale Hallucinaties bij kinderen: Vergelijking tussen kinderen uit de klinische populatie en kinderen uit de algemene populatie

        Thumbnail
        View/Open
        Masterthesis Wietmarschen, MVvan-3583929.pdf (756.2Kb)
        Publication date
        2015
        Author
        Wietmarschen, M.V. van
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        Inleiding: In Nederland ervaart ongeveer negen procent van de kinderen uit de algemene populatie auditieve verbale hallucinaties (AVH). Bij een deel van de kinderen is het stemmen horen voorbijgaand, maar bij anderen kan het een voorloper zijn van ernstigere problematiek. Er is weinig onderzoek gedaan naar het onderscheid tussen kinderen met AVH uit de klinische setting en de algemene populatie. Methode: Met behulp van een principale factoranalyse zijn de volgende stemmenfactoren onderscheiden: ernst van stemmen, hoeveelheid stemmen en indringendheid van stemmen. Vervolgens zijn kinderen met AVH uit de klinische populatie en kinderen met AVH uit de algemene populatie vergeleken op kenmerken van stemmen, probleemgedrag en demografische gegevens. Ten slotte is gekeken naar de sterkte van de invloed van stemmenfactoren, probleemgedrag en diens interactie op groepsstatus (klinisch versus algemene populatie) doormiddel van logistische regressie. Resultaten: Kinderen uit de klinische groep horen meer stemmen, het stemmen horen is ernstiger en deze kinderen vertonen meer probleemgedrag dan kinderen met AVH uit de algemene populatie. Uit de logistische regressie blijkt dat hoe hoger een kind scoort op de factoren ernst en hoeveelheid van stemmen, hoe waarschijnlijker het kind tot de klinisch groep hoort. Conclusie: In de screening van kinderen met AVH zou vooral gekeken moeten worden naar de ernst en hoeveelheid stemmen om te bepalen welke kinderen hoog risico lopen op ernstigere problematiek. Longitudinaal onderzoek zou helpen om de relatie tussen kenmerken van stemmen en probleemgedrag beter in kaart te brengen. Tevens is onderzoek nodig naar de reden waarom ernst van stemmen zo’n sterke voorspeller is voor het wel of niet behoren tot de klinische groep.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/20703
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo