Sociaal-emotionele competenties van leerlingen. De verbanden tussen individuele leerkracht-leerlinginteracties, sociaal-emotionele competenties en leerresultaten in het regulier onderwijs.
Summary
In dit onderzoek is bij basisschoolleerlingen (n=145) in de leeftijd 6 tot en met 11 jaar gekeken naar het verband tussen individuele leerkracht-leerlinginteracties en de sociaal-emotionele competentie en naar de invloed die deze interacties hebben op de ontwikkeling van de sociaal-emotionele competentie. Ook is onderzocht wat het verband is tussen sociaal-emotionele competentie en leerresultaten. Om deze vragen te beantwoorden, zijn met behulp van camera’s observaties uitgevoerd, waarbij individuele leerkracht-leerlinginteracties geteld en gecategoriseerd werden. Daarnaast is op twee momenten door leerkrachten een sociale-competentie-observatielijst (SCOL) ingevuld over alle leerlingen. De leerresultaten zijn gemeten met behulp van CITO-toetsen voor woordenschat, spelling, begrijpend lezen en rekenen/wiskunde. Uit de resultaten bleek dat kinderen die meer negatieve interacties hebben en in totaal meer interacties, lager worden beoordeeld op hun sociaal-emotionele competentie. Kinderen die meer positief non-verbale interacties hebben met hun leerkracht hebben bij de tweede meting een lagere sociaal-emotionele competentie dan bij de eerste meting. Kinderen met een hogere sociaal-emotionele competentie hebben betere leerresultaten. Implicaties voor de leerkracht-leerlinginteractie en discussiepunten worden besproken.