Het Verband tussen Ouderlijk Gedrag en Plezier dat Kinderen met Cerebrale Parese Ervaren bij het Aanleren van Bewegingsvaardigheden: een Pilot Studie
Publication date
2015Author
Verdam, M.C.
Elzen, S. van den
Pollaert, I.E.
Ark, N.L. van
Metadata
Show full item recordSummary
Achtergrond: De onderzoeksvraag of er een verband bestaat tussen ouderlijk gedrag en het plezier dat kinderen met Cerebrale Parese (CP) ervaren in het aanleren van bewegingsvaardigheden is nog niet eerder onderzocht. Dit onderzoek kan inzicht geven op welke manier ouders betrokken kunnen zijn in het revalidatietraject van hun kind, zodat hierbij een optimaal resultaat bereikt kan worden. Doel: Deze pilot studie is een eerste stap in het operationaliseren van ouderlijk gedrag en plezier bij het aanleren van bewegingsvaardigheden, en in het meten van dit mogelijke verband bij kinderen met een normale ontwikkeling. Methode: De ouders van 29 kinderen (12-16 jaar; 52% jongens) met een normale ontwikkeling hebben deelgenomen aan dit onderzoek. Aan de ouders is gevraagd om een aangepaste oudervragenlijst in te vullen, gebaseerd op de Schaal voor Ouderlijk Gedrag (SOG), welke bestaat uit vijf subschalen: positieve disciplinering, positieve betrokkenheid, probleem oplossen, positieve bekrachtiging en bewegingsvaardigheden. Daarnaast is in de vragenlijst de variabele plezier gemeten. Voor de analyse van verbanden tussen elk van de 5 subschalen van de aangepaste SOG enerzijds en plezier tijdens het aanleren van bewegingsvaardigheden anderzijds, werd Spearman’s rangcorrelatiecoëfficiënt gebruikt. Resultaten: Slechts bij één van de vier subschalen, de subschaal probleem oplossen, bleek er een significant verband gevonden met plezier (rs=.33, p=.04). Conclusie: Er is geen verband gevonden tussen ouderlijk gedrag en het plezier dat kinderen ervaren bij het aanleren van bewegingsvaardigheden. Het is belangrijk dat in vervolgonderzoek de vragenlijst afgenomen wordt bij ouders van kinderen met CP.