View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        Het Verband tussen Ouderlijk Gedrag en Plezier dat Kinderen met Cerebrale Parese Ervaren bij het Aanleren van Bewegingsvaardigheden: een Pilot Studie

        Thumbnail
        View/Open
        Bachelorthesis Verdam, MC-3853055 en Elzen, Svanden-3825817 en Pollaert, IE-4252292 en Ark, NLvan-4252942.pdf (220.1Kb)
        Publication date
        2015
        Author
        Verdam, M.C.
        Elzen, S. van den
        Pollaert, I.E.
        Ark, N.L. van
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        Achtergrond: De onderzoeksvraag of er een verband bestaat tussen ouderlijk gedrag en het plezier dat kinderen met Cerebrale Parese (CP) ervaren in het aanleren van bewegingsvaardigheden is nog niet eerder onderzocht. Dit onderzoek kan inzicht geven op welke manier ouders betrokken kunnen zijn in het revalidatietraject van hun kind, zodat hierbij een optimaal resultaat bereikt kan worden. Doel: Deze pilot studie is een eerste stap in het operationaliseren van ouderlijk gedrag en plezier bij het aanleren van bewegingsvaardigheden, en in het meten van dit mogelijke verband bij kinderen met een normale ontwikkeling. Methode: De ouders van 29 kinderen (12-16 jaar; 52% jongens) met een normale ontwikkeling hebben deelgenomen aan dit onderzoek. Aan de ouders is gevraagd om een aangepaste oudervragenlijst in te vullen, gebaseerd op de Schaal voor Ouderlijk Gedrag (SOG), welke bestaat uit vijf subschalen: positieve disciplinering, positieve betrokkenheid, probleem oplossen, positieve bekrachtiging en bewegingsvaardigheden. Daarnaast is in de vragenlijst de variabele plezier gemeten. Voor de analyse van verbanden tussen elk van de 5 subschalen van de aangepaste SOG enerzijds en plezier tijdens het aanleren van bewegingsvaardigheden anderzijds, werd Spearman’s rangcorrelatiecoëfficiënt gebruikt. Resultaten: Slechts bij één van de vier subschalen, de subschaal probleem oplossen, bleek er een significant verband gevonden met plezier (rs=.33, p=.04). Conclusie: Er is geen verband gevonden tussen ouderlijk gedrag en het plezier dat kinderen ervaren bij het aanleren van bewegingsvaardigheden. Het is belangrijk dat in vervolgonderzoek de vragenlijst afgenomen wordt bij ouders van kinderen met CP.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/19773
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo