Toepassen van Motorische Leerstrategieën bij Kinderen met Hersenletsel
Publication date
2014Author
Boxtel, F.W.M. van
Wesselink, L.B.
Poel, J.
Lankman, T.J.
Metadata
Show full item recordSummary
Achtergrond: Het Motor Learning Strategy Rating Instrument (MLSRI) is ontwikkeld voor het meten van motorische leerstrategieën (MLS) in fysiotherapiesessies voor kinderen met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) en Cerebrale Parese (CP). Er is weinig bekend over het structureel toepassen van MLS. Doel: In dit onderzoek is het verband tussen de MLS en therapeutkenmerken ‘jaren werkervaring’ en ‘leerstijl’ en kindkenmerken ‘cognitief vermogen’, ‘sekse’ en ‘leeftijd’ onderzocht in fysiotherapiesessies met kinderen tussen de zes en twintig jaar met hersenletsel. Methode: De participanten bestonden uit 17 kinderen (gemiddeld 10.88 jaar; acht jongens, negen meisjes) en acht kinderfysiotherapeuten (twee mannen, zes vrouwen). Op bestaande videofragmenten van therapiesessies is het vóórkomen van MLS met de MLSRI-20 gescoord. Voor de analyses zijn de Mann-Whitney U en Kruskal-Wallis toets gebruikt. Resultaten: Voor de kenmerken ‘cognitief vermogen’, ‘leeftijd’ en ‘leerstijl’ zijn significante bevindingen gedaan op MLS 4: vragende feedback (U = 7.50 en U = 10.00), MLS 12: fysieke begeleiding (U = 10.00 en U = 11.00), categorie ‘doet’ (U = 11.00) en categorie ‘zegt’ (U = 8.00). De ‘jaren werkervaring’ van de therapeut en de ‘sekse’ van het kind zijn niet significant bevonden.
Conclusie: De kinderfysiotherapeut past verschillende MLS significant aan, aan de leeftijd en het cognitief vermogen van het kind en de leerstijl van de therapeut. Meer onderzoek is vereist om definitieve conclusies te kunnen trekken over de kind- en therapeutkenmerken. Voor vervolgonderzoek wordt aangeraden een grotere populatie te onderzoeken en de therapeut- en kindkenmerken uit te breiden.