De morele aanvaardbaarheid van het houden en doden van dieren voor humane consumptie. Een analyse op basis van het concept van morele status.
Summary
Ik verdedig dat het consumeren van dierlijke producten op basis van de morele status van het dier te verantwoorden is. Daarvoor toon ik aan dat de verplichting tot een vegetarisch/veganistisch dieet welke Warren en Singer uit hun opvatting over de morele status van het dier afleiden onvoldoende door hen wordt onderbouwd. Ook geef ik aan dat de discussie over vegetarisme zuiverder moet worden gevoerd; gaat het over vegetarisme of veganisme. Vervolgens verdedig ik dat een morele status voor landbouwhuisdieren welke is afgeleid uit hun fysieke en mentale eigenschappen niet leidt tot de verplichting tot een vegetarisch dieet maar wel tot de verplichting om de veehouderij zodanig in te richten dat in voldoende mate aan die fysieke en mentale eigenschappen tegemoet wordt gekomen.