De relatie tussen de motivatie voor het vak studiecoaching en het interpersoonlijk docentgedrag
Summary
In dit onderzoek stond de vraag centraal wat het verschil is in vakspecifieke motivatie tussen verschillende leerjaren voor het vak studiecoaching in het hoger onderwijs en in hoeverre dit verschil verklaard kan worden door het interpersoonlijk docentgedrag. De vakspecifieke motivatie wordt bepaald door vier onderwerpen, interesse in het vak, plezier, vertrouwen in eigen kunnen en relevantie/ nut. Om antwoord te geven op de vraag zijn 493 studenten bevraagd. Uit analyse blijkt dat de vakspecifieke motivatie voor het vak studiecoaching gedurende de opleiding daalt. Deze verschillen zijn significant. Het vertrouwen van studenten in hun eigen kunnen is hoog en blijft gedurende de leerjaren gelijk. Het plezier dat studenten in het vak hebben daalt gedurende de opleiding het sterkst. Uit de analyse komt daarnaast naar voren dat het interpersoonlijk docentgedrag een significante voorspeller is voor de vakspecifieke motivatie. Ook het leerjaar blijkt een significante voorspeller te zijn. Dit in tegenstelling tot het geslacht van de student dat geen significante voorspeller is van de vakspecifieke motivatie.