De pen van de lezer Marginalia van achttiende-eeuwse Liviuslezers: Cortius, Ernesti en Gronovius
Summary
In het onderzoek naar de leescultuur in de Renaissance wordt vaak een extensivering in het gebruik van klassieke bronnen aangenomen na de zeventiende eeuw. In deze scriptie worden de marginalia van drie lezers uit die periode - Gottlieb Cortius, Johann August Ernesti en Jacobus Gronovius - bij het eerste boek van Livius' Ab Urbe Condita in kaart gebracht. Uit de annotaties van Cortius en Ernesti is vooral een interesse in filologisch onderzoek op te maken. Gronovius' aantekeningen tonen daarentegen ook een toepassing van de klassieke historiografie in het eigen onderzoek naar de nieuwtestamentische geschiedenis. Op grond van vooral deze laatste bevindingen toont deze scriptie aan dat men ook in de achttiende eeuw nog actief gebruikmaakte van de klassieke bronnen en deze intensief bestudeerde.