Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorVisser, A.S.Q.
dc.contributor.authorJanssen, C.G.M.
dc.date.accessioned2013-09-09T17:18:06Z
dc.date.available2013-09-09
dc.date.available2013-09-09T17:18:06Z
dc.date.issued2013
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/14676
dc.description.abstractIn het onderzoek naar de leescultuur in de Renaissance wordt vaak een extensivering in het gebruik van klassieke bronnen aangenomen na de zeventiende eeuw. In deze scriptie worden de marginalia van drie lezers uit die periode - Gottlieb Cortius, Johann August Ernesti en Jacobus Gronovius - bij het eerste boek van Livius' Ab Urbe Condita in kaart gebracht. Uit de annotaties van Cortius en Ernesti is vooral een interesse in filologisch onderzoek op te maken. Gronovius' aantekeningen tonen daarentegen ook een toepassing van de klassieke historiografie in het eigen onderzoek naar de nieuwtestamentische geschiedenis. Op grond van vooral deze laatste bevindingen toont deze scriptie aan dat men ook in de achttiende eeuw nog actief gebruikmaakte van de klassieke bronnen en deze intensief bestudeerde.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isonl
dc.titleDe pen van de lezer Marginalia van achttiende-eeuwse Liviuslezers: Cortius, Ernesti en Gronovius
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsleesgeschiedenis
dc.subject.keywordsachttiende eeuw
dc.subject.keywordsmarginalia
dc.subject.keywordsLivius
dc.subject.keywordsreceptie
dc.subject.keywordsCortius
dc.subject.keywordsErnesti
dc.subject.keywordsGronovius
dc.subject.courseuuMiddeleeuwen en Renaissance Studies


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record