Animatie in beweging: een onderzoek naar de Nederlandse onafhankelijke animatiefilm in de jaren zeventig; een medium in transitie.
Summary
In de jaren zeventig ontstond in Nederland door de opstart van Holland Animation, meer
bekendheid van animatiefilms in het buitenland, meer subsidie en een beter
gereguleerd productie- en distributieproces, een kansrijke situatie voor
onafhankelijke animatiefilmers. Het streven naar esthetisering boven de nabootsing
van de werkelijkheid leidde tot een potentieel maatschappijkritisch medium. Doordat
animatie de juiste afstand tot de werkelijkheid behield en toch een relatie ermee in
stand hield, kon er betekenisvorming plaatsvinden op een nieuw, kunstzinnig niveau.
De Nederlandse animator uit de jaren zeventig moest met deze nieuwe vormvrijheid
een balans zien te vinden tussen de esthetisering en de referentie naar de
werkelijkheid. Hij kon daarbij gebruik maken van een scala aan visuele taal en codes,
zoals metamorfoseren, waarmee gespeeld kon worden met de toekenning en
herkenning van de kijker. De animator kon zo beter sturen in de betekenisgeving en
toch een enorme vormvrijheid houden. Door zich nog te verschuilen achter het
kinderlijke beeld van animatie kon het medium zich onschuldig voordoen en
tegelijkertijd ambiguïteit opwekken. De Nederlandse onafhankelijke animator uit de
jaren zeventig kon het streven naar live action conventies achter zich laten en
nieuwe stijlen en vormen ontwikkelen. Door het streven naar realisme los te laten
kon een ander doel, dat van de bewustwording van het publiek (in plaats van naar
sentimentalisme of personificatie van animatie) behaald worden. Het aanspreken van
een nieuw publiek, de esthetisering, de aanwezigheid van de maker, de noncontinuïteit
van het narratief en de interpretatieve vorm brachten met zich mee dat de
functie van het medium veranderde in dat van industrieel geproduceerd
familievermaak of reclamewerk naar individualistische maatschappijkritische kunst.