Ruimte voor Spontane Orde
Summary
Binnen ruimtelijke ordening in Nederland is een verschuiving waarneembaar van traditionele
gebiedsontwikkeling naar organische gebiedsontwikkeling. Traditionele gebiedsontwikkeling
was jarenlang kenmerkend voor de Nederlandse ruimtelijke ordening, het wordt gekenmerkt
door een sterk planmatig verstedelijkingspatroon waarbij nieuwe steden, woonwijken en
bedrijventerreinen in hoog tempo volgens een vastomlijnd eindbeeld gerealiseerd konden
worden. Het juridisch planologisch instrumentarium werd ingezet om het eindbeeld dat
men voor ogen had ook daadwerkelijk te realiseren. Toeval en verrassingen werden
hiermee zo veel mogelijk uitgesloten. Dit heeft geleid tot een complex juridisch planologisch
instrumentarium. Daarnaast hadden gemeenten met actief grondbeleid de mogelijkheid
om financiële tegenvallers van het een project te verevenen met winst uit een ander
project. Met actief grondbeleid hadden gemeenten een instrument in handen om (semi)
publieke voorzieningen te realiseren. De gemeente had dan ook een sterk coördinerende en
regisserende rol bij traditionele gebiedsontwikkeling. Traditionele gebiedsontwikkeling heeft
gemeenten veel opgeleverd; hoge standaarden en over het algemeen een grote mate van
tevredenheid echter vormen de braakliggende terreinen en leegstaand vastgoed momenteel
eerste tekenen van het feit dat deze aanpak niet meer werkt. De voornaamste reden
hiervoor zijn de economische crisis en de veranderende bouwopgave van grootschalige
uitleglocaties naar binnenstedelijke gebied.
Binnen de ruimtelijke ordening wordt daarom gezocht naar een andere, aanvullende
manier van gebiedsontwikkeling waarbij de gemeente een kleinere (financiële) rol krijgt
toebedeelt en er (juridisch planologisch) meer ruimte is voor spontane ontwikkelingen.
Organische gebiedsontwikkeling is een veel gebruikte term die verwijst naar de ‘nieuwe
manier van plannen’. Organische gebiedsontwikkeling biedt ruimte aan spontane initiatieven,
waarbij ontwikkelingen verspreid in tijd en ruimte plaats vinden. Er wordt uitgegaan
van een proces in plaats van een project. Ook zijn de rollen van partijen anders bij
organische gebiedsontwikkeling. Grote professionele ontwikkelende partijen maken plaats
voor eindgebruikers. En de rol van de gemeente wordt, in plaats van risicodragend en
exploiterend, meer faciliterend. Het spelersveld bij organische gebiedsontwikkeling is veel
breder en wisselt voortdurend van samenstelling.
Op basis van een beschrijving van de verschuiving van traditionele gebiedsontwikkeling naar
organische gebiedsontwikkeling werd verondersteld dat zich een aantal dilemma’s voordoen
en organische gebiedsontwikkeling belemmerd wordt door drie planelementen:
• het juridisch planologisch instrumentarium;
• het ruimtelijk financieringsinstrumentarium en;
• de rol van gemeenten
In deze thesis is daarom onderzoek gedaan naar de vraag: In hoeverre wordt organische
gebiedsontwikkeling gefaciliteerd door het huidig ruimtelijk planinstrumentarium en wat
betekent organische gebiedsontwikkeling voor de rol van gemeenten in het planningsproces?