De romantische kunstenaar in de Nederlandse literatuur tussen 1900 en 2006
Summary
Deze scriptie draait om de romantische kunstenaar in de Nederlandse literatuur. De basis van het onderzoek wordt gelegd door de theorie van het regime de singularité van Nathalie Heinich en wordt aangevuld door een bespreking van de relevante hoofdstukken uit De romantische orde van Maarten Doorman. Na deze bespreking volgt de methode die G.F.H. Raat gebruikt in zijn bespreking Hermans' bundel Paranoia: De vervalste wereld van Willem Frederik Hermans.
Deze methode wordt toegepast op de volgende drie romans, te weten Langs lijnen van geleidelijkheid (1900)
van Louis Couperus, Geyerstein’s dynamiek (1982) van W.F. Hermans en Het satijnen hart
(2006) van Remco Campert.