‘De Zuidas als tweede centrum van Amsterdam’ Een onderzoek naar de functie die deze metafoor kan vervullen in het beleidsdiscours over de ontwikkeling van de Zuidas
Summary
De Zuidas is een ontwikkelingslocatie aan de zuidelijke ringweg van Amsterdam. Op dit moment wordt het gebied gedomineerd door kantoorgebouwen. De Zuidas is goed bereikbaar en er is veel ruimte voor verdere ontwikkelingen. Door deze gunstige kenmerken wordt er veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van de Zuidas. Verschillende partijen willen de Zuidas ontwikkelen tot een nieuw centrum in Amsterdam. In dit onderzoek heb ik aan de hand van de volgende probleemstelling onderzocht welke functie de metafoor ‘de Zuidas als tweede centrum van Amsterdam’ kan vervullen in het beleidsdiscours over de ontwikkeling van de Zuidas:
Welke functie kan de metafoor ‘de Zuidas als tweede centrum van Amsterdam’ vervullen in het beleidsdiscours over de ontwikkeling van de Zuidas en welke rol speelt betekenisgeving bij het vervullen van deze functie?
Omdat ik naar interpretaties heb gekeken, heb ik het onderzoek opgezet vanuit de interpretatieve benadering van onderzoek. Omdat een metafoor een talige uitlating is, heb ik binnen de interpretatieve benadering een discoursanalyse uitgevoerd. Als kader voor het onderzoek is het beleidssubsysteem van de Zuidas gebruikt. Dit beleidssubsysteem bestaat uit alle partijen die streven naar de ontwikkeling van de Zuidas. Binnen het beleidssubsysteem van de Zuidas heb ik de local government-business coalitie onderscheiden. Deze coalitie bestaat uit alle partijen binnen het beleidssubsysteem van de Zuidas die streven naar de ontwikkeling van de Zuidas tot een nieuw centrum in Amsterdam. Deze coalitie bestaat uit bewonersorganisaties, gemeentelijke partijen en organisaties in de Zuidas. Met 17 partijen uit de local government-business coalitie heb ik semigestructureerde interviews afgenomen.
Omdat een metafoor altijd betrekking heeft op twee fenomenen, is voor ieder fenomeen afzonderlijk beschreven hoe het fenomeen geïnterpreteerd wordt. Het eerste fenomeen is het ‘eerste’ centrum van Amsterdam. Eén groep ziet het eerste centrum ongeveer als stadsdeel Centrum, een tweede groep als het gebied waar veel toeristen komen en een laatste groep als een samenstel van verschillende centra. De belangrijkste kenmerken van het ‘eerste’ centrum blijken het historische karakter, levendigheid, functiemenging, een grote diversiteit aan mensen en grote publiekstrekkers te zijn.
Om naar de interpretatie van de ontwikkeling van de Zuidas te kijken is een onderscheid gemaakt naar vier kenmerken van de ontwikkeling van de Zuidas. Dit zijn de kenmerken ‘veel functiemenging creëren, zonder dat functies botsen’, ‘hanteren van een flexibele stedelijke programmering’, ‘aantrekken grote publiekstrekkers’ en ‘aantrekken van een grote diversiteit aan mensen’. Naar de verschillende kenmerken wordt vanuit vijf sets van frames gekeken, namelijk het ‘bruisende centrum frame’ en ‘complementaire centrum frame’, het ‘maakbaarheidsframe’ en ‘marktframe’, het ‘er het beste van maken frame’ en ‘potentie benutten frame’, het ‘flexibiliteit zorgt voor ratjetoe frame’ en ‘flexibiliteit zorgt voor organische groei frame’ en het ‘hoogwaardige publiekstrekkers frame’ en ‘maakt niet uit frame’.
Uit het onderzoek is gebleken dat de metafoor ‘de Zuidas als tweede centrum van Amsterdam’ op vier manieren kan worden ingezet in het beleidsdiscours over de ontwikkeling van de Zuidas. In de eerste plaats kunnen door de inzet van de metafoor verschillende visies geaccommodeerd worden, doordat een metafoor ruimte laat voor ambiguïteit. Deze ambiguïteit is nog steeds aanwezig in het beleidsdiscours over de ontwikkeling van de Zuidas, omdat beide fenomenen waarop de metafoor betrekking heeft nog niet expliciet gedefinieerd zijn. In de tweede plaats kan de metafoor aangeven wat er gedaan moet worden. Omdat alle partijen binnen de local government-business coalitie een beeld hebben van het ‘eerste’ centrum van Amsterdam, kunnen zij zelf achterhalen wat er gedaan moet worden om de Zuidas te ontwikkelen tot een nieuw centrum in Amsterdam. In de derde plaats kan de metafoor ‘de Zuidas als tweede centrum van Amsterdam’ aangeven hoe de Zuidas eruit moet gaan zien. Alle partijen hebben een duidelijk beeld van de kenmerken van het ‘eerste’ centrum van Amsterdam en kunnen deze vaak ook duidelijk omschrijven. De kenmerken van het ‘eerste’ centrum komen in sterke mate overeen met de kenmerken van de ontwikkeling van de Zuidas. Om te bekijken hoe de kenmerken van de ontwikkeling van de Zuidas zich moeten ontwikkelen, moeten partijen binnen de local government-business coalitie alleen maar te kijken hoe deze kenmerken er in het ‘eerste’ centrum uitzien. Ten slotte kunnen partijen doormiddel van de metafoor ‘de Zuidas als tweede centrum van Amsterdam’ verboden doelen bereiken. Het gebruik van de metafoor zorgt er namelijk voor dat partijen naar een tweede centrum gaan streven. Ondanks dat de verschillende interpretaties van de partijen in de local government-business coalitie van het ‘eerste’ centrum van Amsterdam niet veel van elkaar verschillen, is niet geëxpliciteerd wat het ‘eerste’ centrum precies inhoudt. Partijen kunnen hun doelen bereiken doordat met de ontwikkeling van een gemeenschappelijk doel ook verboden doelen kunnen worden bereikt.
Er is geconcludeerd dat de mate waarin de metafoor ‘de Zuidas als tweede centrum van Amsterdam’ een functie kan vervullen, groter wordt naarmate partijen in de local government-business coalitie zich meer bewust zijn van de manier waarop andere partijen in deze coalitie het ‘eerste’ centrum van Amsterdam en de ontwikkeling van de Zuidas interpreteren. Kennis over betekenisgeving door partijen in de local government-business coalitie zorgt dus voor macht. Uit dit onderzoek kan opgemaakt worden dat de meeste partijen zich onvoldoende bewust zijn van de manier waarop andere partijen de metafoor interpreteren. Zo kijken de gemeentelijke partijen vaak allemaal vanuit hetzelfde frame naar de ontwikkeling van de Zuidas, terwijl de meeste andere partijen vanuit het andere frame binnen de set van frames kijken. Als de gemeente Amsterdam de metafoor wil inzetten om één van de vier functies te vervullen, moet zij kennis nemen van de overtuigingen die aan de andere frames ten grondslag liggen.