Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorTribushinina, E.
dc.contributor.authorTeunissen, M.
dc.date.accessioned2012-02-10T18:00:54Z
dc.date.available2012-02-10
dc.date.available2012-02-10T18:00:54Z
dc.date.issued2012
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/9933
dc.description.abstractIn dit onderzoek wordt er gekeken naar de verwerving van connectieven bij tweetalige kinderen. Connectieven zijn woorden die samenhang aanbrengen in een tekst, zoals “en” en “omdat”. Uit eerder onderzoek is gebleken dat er verschillen zijn tussen het connectief gebruik van successief tweetalige kinderen en eentalige kinderen. Er is echter weinig onderzoek verricht hoe dit bij simultaan tweetalige kinderen zit. Uit onderzoek van Natoewal (2011) naar één simultaan tweetalig kind in vergelijking met twee eentalige kinderen, kwam naar voren dat het tweetalige kind geen achterstand had op de eentalige kinderen. Om dit onderzoek te kunnen uitbreiden, is er in dit onderzoek gekeken naar 39 simultaan tweetalige kinderen, waarvan de helft 3 jaar en de andere helft 5 jaar. De controlegroep waren 42 eentalige kinderen. De kinderen moesten allemaal aan de hand van 6 plaatjes vertellen wat er in het verhaaltje gebeurde. Deze gesprekken werden opgenomen en vervolgens getranscribeerd in CHILDES. De onderzoeksvraag in dit onderzoek luidde als volgt: Hoe verschilt de ontwikkeling tussen eentalige en simultaan tweetalige kinderen van 3 en 5 jaar wat betreft het gebruik van connectieven? Uit de resultaten bleek dat simultaan tweetalige kinderen en eentalige kinderen hetzelfde aantal connectieven gebruikten en ook even veel verschillende connectieven. Simultaan tweetalige kinderen gebruikten echter meer complexere connectieven dan eentalige kinderen, zoals adversatieve (maar) en causale (dus, want, omdat) connectieven. Dat simultaan tweetalige kinderen zo veel adversatieve connectieven gebruiken, kan komen door het Russisch, waarin kinderen eerder in aanraking komen met een versie van “maar”. Een verklaring voor het gebruik van de causale connectieven kan liggen in de theorie van Evers-Vermeul & Jansen (2009) dat positieve connectieven voor negatieve connectieven verworven worden, en causale connectieven voor additieve connectieven. Uit het “Competition Model” komt voort dat door interferentie simultaan tweetalige kinderen bepaalde structuren eerder in de ene taal krijgen, zodat zij deze structuren ook sneller toepassen in de andere taal. Omdat er in dit onderzoek alleen naar 3 jarige en 5 jarige kinderen is gekeken, moet er meer onderzoek gedaan worden naar meerdere leeftijdscategorieën. Zo kunnen er gerichter uitspraken gedaan worden over de ontwikkeling van het connectief gebruik van simultaan tweetalige kinderen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent502741 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleEen onderzoek naar het connectief gebruik bij simultaan tweetalige en eentalige kinderen.
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordssimultaan tweetalige kinderen, connectief verwerving, coherentie
dc.subject.courseuuCommunicatie- en informatiewetenschappen


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record