Morfologie en cognitieve flexibiliteit: losstaand of samenwerkend?
Summary
De vraag of het taaldomein zelfstandig functioneert of afhankelijk is van andere cognitieve domeinen zoals executieve functies, blijft voor zover bekend onbeantwoord. Deze studie heeft zich gericht op specifieke onderdelen van deze domeinen, namelijk morfologie en cognitieve flexibiliteit. Om een mogelijk effect van cognitieve flexibiliteit op morfologische bewustzijn te onderzoeken, en daarmee de relatie tussen beide domeinen, werden 95 kinderen tussen vijf en zeven jaar oud getest op morfologisch bewustzijn en cognitieve flexibiliteit. Er is geen effect gevonden voor de werkhypothese dat cognitieve flexibiliteit een effect heeft op morfologisch bewustzijn. Bovendien bleken de factoren geslacht en leeftijd geen moderators te zijn op de variabelen. Toch werd een klein verschil tussen de groepen van de moderators geslacht en leeftijd gevonden op het effect van cognitieve flexibiliteit op morfologisch bewustzijn. Desondanks concludeert deze studie dat er geen effect is van cognitieve flexibiliteit op morfologisch bewustzijn en dat geslacht of leeftijd geen moderators zijn. Er is dus geen aanvulling gevonden op de vragen betreffende dit onderwerp, maar dit exploratieve onderzoek is een waardevol uitgangspunt voor verder onderzoek.