Wijkwinkelcentrum Vleuterweide als 'hart van de wijk'. Klopt het?
Summary
De betekenis van winkelen verandert. Er heeft de laatste tien jaar een verschuiving plaatsgevonden van noodzakelijk naar vermakelijk winkelen, waardoor de consument meer van zijn winkelgebied verlangt. Naast de mogelijkheid tot het doen van dagelijkse boodschappen, worden de uitstraling en de sfeer in een winkelcentrum belangrijker. Winkelcentra zijn niet meer een ‘schoenendoos’, maar veranderen van functioneel naar esthetisch. Aan de inrichting van de openbare ruimte wordt meer aandacht besteed.
Ook wijkwinkelcentra ondergaan een metamorfose. Ontwikkelaars richten zich ook daar meer op de beleving van de consument. Steeds vaker wordt er functiemenging toegepast om een grotere aantrekkingskracht te genereren. Wijkwinkelcentra worden steeds meer ontwikkeld met als doel het ‘hart van de wijk’ te zijn. Wijkwinkelcentrum Vleuterweide in de VINEX-wijk Leidsche Rijn in Utrecht is hier een voorbeeld van. Door middel van verschillende aandachtspunten op fysiek en sociaal gebied, is geprobeerd inwoners aan te trekken en zich ermee verbonden te laten voelen. Er is veel aandacht besteed aan de architectuur en het winkelelement. Ook horeca maakt een groot deel uit van het voorzieningenaanbod. Een cultuurcampus met informatiecentrum, bibliotheek en kunstcentrum moet in combinatie met een school, woningen, winkels en horeca ervoor zorgen dat de inwoners van Utrecht Vleuterweide het wijkwinkelcentrum als ‘hart van de wijk’ beleven en het ook als zodanig gebruiken. In deze scriptie wordt onderzocht of dit ook werkelijk zo is.