Opbrengstgericht werken ontrafeld. Een onderzoek naar opbrengstgericht werken door middenmanagers in het voortgezet onderwijs
Summary
De teneur in het debat rondom de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs is dat er ruimte is voor verbetering. Opbrengstgericht werken is de term die hier voor moet zorgen. Deze term sluit aan bij de new public management ontwikkeling in de publieke sector. Met name in het voortgezet onderwijs is deze ontwikkeling nog weinig zichtbaar.
In dit onderzoek wordt de middenmanager centraal gezet. De reden hiervoor is dat zowel beleidsmatige als empirische informatie over zijn rol ontbreekt terwijl het aannemelijk is dat deze managementlaag een rol speelt bij opbrengstgericht werken. Deze manager wordt in het onderwijs steeds belangrijker en opereert dicht bij de plek waar leerlingopbrengsten tot stand moeten komen. Het onderzoek biedt een eerste verkenning van de praktijk van opbrengstgericht werken in middelbare scholen. De onderzoeksvraag luidt: Hoe verhouden middenmanagers in het voortgezet onderwijs zich tot opbrengstgericht werken, op welke manier geven ze daar vorm aan en welke spanningen in het werk van de middenmanager zijn daarop van invloed? Centraal in het gehele onderzoek staat de driedeling betekenis, gedrag en spanningen. Allereerst zijn deze begrippen theoretisch verkend. De betekenis die in dit onderzoek aan opbrengstgericht werken wordt toegekend is Het planmatig en cyclisch werken aan maximale (leerling)opbrengsten door alle betrokken actoren. Het opbrengstgericht gedrag door de middenmanager dat wordt gekoppeld aan de plan-do-chek-act-cyclus. Dat middenmanagers opbrengstgericht gedrag vertonen is niet vanzelfsprekend. Spanningen tussen het werk van de middenmanager in het algemeen en het werk van een opbrengstgerichte middenmanager kunnen ervoor zorgen dat opbrengstgericht gedrag belemmert wordt.
Om empirische data te verzamelen is kwalitatief onderzoek uitgevoerd. Hiervoor zijn semi- gestructureerde interviews met middenmanagers van diverse scholen gehouden. Vooraf was onbekend in hoeverre de scholen en de middenmanagers zelf opbrengstgericht werkten. Op basis van de inspectieoordelen is getracht te voorzien in een selectie van middenmanagers die verschillen in de mate waarin zij opbrengstgericht werken.
De bevindingen laten zien dat middenmanagers een positieve betekenis toekennen aan het begrip en tegelijkertijd niet precies weten wat het inhoudt. Het gedrag dat middenmanagers in het kader van opbrengstgericht werken vertonen bevat weinig planmatigheid en samenhangendheid. De spanningen die middenmanagers beperken in hun opbrengstgericht gedrag hebben onder andere te maken met het gebrek aan vaardigheden en kennis om te kunnen sturen op basis van data. spanningen komen niet direct door de middenmanager zelf, maar hebben veelal te maken met de omgeving en context waarin middenmanagers opereren, waardoor er gebrek is aan kansen om opbrengstgericht te werken.
Deze eerste empirische verkenning laat zien dat er ruimte is voor middenmanagers om opbrengstgericht werken in het voortgezet onderwijs invulling te geven. Om deze ruimte ook te benutten wordt een aantal aanbevelingen gedaan. Samengevat houden deze aanbevelingen in dat de middenmanager, maar ook de school zelf, zich moet bezig houden met het managen van de betekenis, met het inbedden van opbrengstgericht gedrag in de school en met het ombuigen van spanningen naar succesfactoren.