Leerlingen in (toe)zicht? Een onderzoek naar de mogelijkheden en voorwaarden van leerlingenparticipatie in het toezicht door de Inspectie van het Onderwijs
Summary
Leerlingen van het voortgezet onderwijs doen veel observaties binnen schoolinstellingen. Zij zijn tevens de gebruikers, ook wel de klanten van een school. De rol van de klanten van de (publieke) dienstverlening heeft groeiende interesse verkregen binnen overheden. Zo ook binnen de Inspectie van het Onderwijs. In deze scriptie wordt onderzocht in hoeverre leerlingen via de Inspectie van het Onderwijs kunnen sturen op de onderwijssector.
De rol, die leerlingen kunnen spelen via participatie op de doelmatige informatievergaring van het toezicht staat centraal. Participatie is op te splitsen in lagere en hogere vormen. De vraag van de Inspectie van het Onderwijs om in eerste instantie klein te beginnen met onderzoek naar de inzet van leerlingen, heeft ertoe geleid dat de lagere vormen van participatie zijn onderzocht. De rollen van leerlingen kunnen dan in de vorm van toehoorder, geconsulteerde of adviseur zijn. De voorwaarden die de organisatie van de Inspectie van het Onderwijs oproept en de voorwaarden die het instituut, het onderwijs oproept, zijn betrokken om een zo volledig mogelijke verkenning te doen van de mogelijkheden en de randvoorwaarden van de participatie van leerlingen in het toezicht.
Via kwalitatieve wijze is onderzoek verricht. Door middel van de visies van verschillende soorten respondenten (inspectiemedewerkers, leerlingen en schoolleiders), documenten en observaties is een beeld gevormd.
Voornamelijk gesprekken en vragenlijsten worden als (mogelijke) methoden gewaardeerd. Het gaat dan om gesprekken tussen leerlingen en inspecteur. Bij vragenlijsten gaat het om lijsten uitgezet door de school zelf, waarin zij leerlingen laten participeren. De resultaten worden gedeeld met de Inspectie van het Onderwijs. Andere mogelijke vormen van participatie worden tot dusver niet zo gewaardeerd als gesprekken of vragenlijsten. De informatie van leerlingen biedt met name bijdrage in de inhoudelijke verrijking, als aanvulling op de informatievoorziening. De meeste inspecteurs zien de rol van leerlingen als check op de bevindingen van de eigen observaties en informatie van het schoolbestuur. De anderen zien in leerlingen een grotere bron van toezicht. Zij ontvangen graag in eerste instantie informatie van de scholieren.
De vereisten van participatie, daar kan de Inspectie van het Onderwijs (nog) niet aan voldoen. De afhankelijkheid van de leerlingen is beperkt, de wil om de invloed met leerlingen te delen ook en de motivatie van leerlingen is niet onder alle leerlingen aanwezig. De mogelijkheden binnen de inspectie om leerlingen te laten participeren zijn er wel. Het mag echter geen extra investeringen kosten, de inspecteurs dienen de meerwaarde in te zien en het beleid uit te willen voeren. De communicatievaardigheden van inspecteurs staan hoog in het vaandel, ook richting de leerlingen. Dit biedt mogelijkheden om inspecteurs te ontwikkelen in de communicatie met leerlingen.
De Wet op Onderwijstoezicht (WOT) schrijft voor dat de inspectie vanuit vertrouwen moet toezien op schoolbesturen, de horizontale verantwoording mee moet nemen en de toezichtlast beperkt moet houden, waar mogelijk. Dit beperkt de mogelijkheden voor de inspectie om een directe relatie met leerlingen aan te gaan.