Nederlandse jongens en meisjes: Totaal verschillend, maar toch hetzelfde
Summary
Onderwerp: Vanwege inconsistente data uit eerdere onderzoeken, wordt in dit onderzoek aandacht besteed aan sekseverschillen bij twee- tot en met vierjarige Nederlandse kinderen in de motorische, sociaal-emotionele en communicatieontwikkeling. Het huidige onderzoek maakt deel uit van een grootschalig instrumenteel-nomologisch opvoedingsonderzoek van de Universiteit Utrecht. Methode: De respondentengroep bestond uit 221 Nederlandse kinderen, waarvan 47.5% jongens en 52.5% meisjes. Voor het onderzoek hebben de moeders van deze kinderen de ASQ, de ASQ:SE, en een achtergrondvragenlijst ingevuld. De gegevens zijn geanalyseerd met behulp van multi- en univariate variantieanalyses. Resultaten: In de multivariate variantieanalyse waarbij alle drie de ontwikkelingsgebieden worden samengenomen, blijkt een significant sekseverschil te bestaan. Kijkend naar de afzonderlijke ontwikkelingsgebieden wordt er op de motorische ontwikkeling een significant sekseverschil gevonden voor fijne motoriek: meisjes scoren gemiddeld beter dan jongens. In grove motorische, sociaal-emotionele en communicatieontwikkeling zijn er geen significante sekseverschillen gevonden. Conclusie: Jongens hebben een minder ontwikkelde fijne motoriek dan meisjes, maar op de andere ontwikkelingsgebieden is er geen sprake van een significant sekseverschil. Gezien er geen grote sekseverschillen zijn gevonden, is een interventie ter compensatie van sekseverschillen in de ontwikkeling van Nederlandse kinderen niet noodzakelijk.