Een onderzoek naar de percepties van betrokkenen over het gebruik van virtuele klaslokalen binnen BBL- opleidingen in de retailsector

Abstract

In dit onderzoek staat de vraag van opdrachtgever NCvB centraal. Het NCvB ontwikkelt BBL-opleidingen voor landelijke bedrijven. Volgens de branchecode BBL moet een BBL-opleiding per schooljaar minimaal 120 uren theoretisch onderwijs, praktijkonderwijs en praktijkbegeleiding bevatten. Om het aantal uren van toekomstige BBL-opleidingen uit te breiden, realiseert het NCvB nieuwe onderwijsvormen, zoals e-learning en het virtuele klaslokaal.

Dit onderzoek beschrijft of het virtuele klaslokaal een geschikte onderwijsvorm is om in te zetten in toekomstige BBL-opleidingen van het NCvB.

De onderzoeksgroepen bestaan uit vijf Retailbedrijven, 31 docenten(coaches) en 119 leerlingen die een BBL-opleiding volgen bij het NCvB. De data zijn verzameld door middel van semigestructureerde interviews, een papieren en een digitale vragenlijst.

De resultaten tonen aan dat persoonlijk contact en begeleiding erg belangrijk zijn en dat vooral het non-verbale aspect gemist wordt in een virtuele sessie. Leerlingen willen het liefst de face-to-face lesbijeenkomsten behouden. De betrokkenen willen het virtuele klaslokaal wel uitproberen als zij hiervoor een training of cursus kunnen volgen, omdat zij inzien dat het voor sommige onderdelen als kennisoverdracht en begeleiding erg geschikt kan zijn. Bedrijven en docenten(coaches) zien blended learning als de manier van opleiden, omdat je op deze manier lesonderdelen plaatst in de onderwijsvorm die daarvoor het meest geschikt is. Hiermee creëer je een effectieve, aantrekkelijke en afwisselende BBL-opleiding.