Executief Functioneren: Syndroomspecifiek? Onderzoek bij mensen met het syndroom van Down en het Fragiele X Syndroom
Summary
Achtergrond. In eerdere onderzoeken wordt geconcludeerd dat zowel mensen met het syndroom van Down als het Fragiele X syndroom een specifiek neuropsychologisch profiel op het gebied van de executieve functies hebben. In het huidig onderzoek wordt nagegaan of dit kan worden bevestigd.
Methode. De onderzoeksgroep bestond mensen met het syndroom van Down (42) en mensen met het Fragiele X syndroom (11). Bij de participanten is de NEPSY afgenomen. De resultaten van de subtesten van de NEPSY op het gebied van executief functioneren zijn aan de hand van de ANOVA en de Bonferroni post-hoc test vergeleken met de scores van mensen met een verstandelijke beperking (29) die de controlegroep vormden. Tevens zijn de participanten met het syndroom van Down en Fragiele X syndroom met elkaar vergeleken.
Resultaten. Er is een significant verschil gevonden op de domeinscore van de executieve functies bij mensen met het syndroom van Down ten opzichte van de controlegroep. Op subtestniveau zijn er op enkele subtesten significante resultaten gevonden voor beide syndromen.
Conclusie. Er lijkt onvoldoende bewijs te zijn gevonden voor een syndroomspecifieke zwakte op het gebied van het totale executieve functioneren bij mensen met het syndroom van Down en het Fragiele X syndroom. De resultaten van de syndromen onderling verschilden niet significant op de domeinscores, tevens lijkt op subtestniveau onvoldoende bewijs voor een specifiek neuropsychologisch profiel. De aanwezige verstandelijke beperking bij de participanten zou mogelijk een grotere rol te spelen in het executief functioneren dan het syndroom op zich.