Buitenschoolse participatie van kinderen in de leeftijd van 6 – 14 jaar met Downsyndroom

Abstract

Achtergrond: Kinderen met Downsyndroom zijn bekend met cognitieve en motorische beperkingen. Aangenomen wordt dat deze beperkingen consequenties hebben voor de (buitenschoolse) participatie van deze kinderen. Ondanks het grote belang van participatie voor de ontwikkeling van kinderen, in het bijzonder voor kinderen met een beperking, is nog weinig bekend over de participatie en de daarin bepalende factoren bij kinderen met Downsyndroom in de basisschoolleeftijd. Doel: Onderzoeken in hoeverre kind- en gezinsgebonden factoren (sekse, zelfredzaamheid, mastery motivation, broers en zussen, maatschappelijke participatie ouders) van invloed zijn op de participatie in buitenschoolse activiteiten van kinderen met Downsyndroom in de leeftijd van 6 tot en met 14 jaar. Methode: Zevenenzestig kinderen met Downsyndroom namen deel aan dit onderzoek. Participatie werd gemeten met de CAPE, zelfredzaamheid met de PEDI en mastery motivation met een vragenlijst gebaseerd op de DMQ. Daarnaast werden vragenlijsten betreffende kind- en gezinskenmerken en maatschappelijke participatie afgenomen. Resultaten: Zelfredzaamheid, mastery motivation en maatschappelijke participatie van ouders vertoonden een significante positieve samenhang met participatie. Er werden geen significante effecten voor sekse gevonden. Het is onduidelijk of het hebben van broers en zussen samenhangt met participatie. Conclusie: Kinderen met Downsyndroom in de leeftijd van 6 tot en met 14 jaar, met een hogere mate van zelfredzaamheid, mastery motivation en een hogere mate van maatschappelijke participatie van ouders laten een grotere diversiteit in en een intensievere wijze van participeren zien in buitenschoolse activiteiten.